De geboren en getogen Harlinger komt op enig moment in zijn of haar - meestal vroege - jeugd Harlinger liedjes tegen. Is het niet bij een concert van een koor uit onze stad, dan hoor je ze wel door het carillion in de Raadhuistoren gespeeld worden. Deze liedjes stonden tot nu toe nog niet op het Internet en dat is toch wel een gemis. Bij deze is dat verholpen. Samengesteld uit de volgende bronnen: Een (kopie van een) boekje zonder titel en van onbekende herkomst |
Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk. |
Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2024-04-15 21:46:26
De clivia van walle geertsje |
Tekst en muziek: Se sal 't mie wel niet kwalijk nimme As ik gewoon van Geertsje praat Ofskoon se in het stadsregister Met naam en fan beskreven staat As Geertsje, koopvrouw in van alles Was heel de stad met hur vertrouwd As Geertsje het se heel haar leven Voor kien en kleinkien skrept en sjouwt Refrein: Maar savus sat Geertsje gesellig vur de ramen En keek naar de mesen die langs haar huuske kwamen De poes lei te spinnen, de skiemerlamp was op En vlak vur de ramen stond de clivia in knop Gien dokter had een klant an Geertsje Se was se sterk as d'ôfsluutdiek Toch sei hur bufre op een morgen: "Jou siene skier, jou binnen siek!" De dokter kwam en skreef een drankje Toen raakte Geertsje vane wies Se kon die kerel wel vergrieme Want se griesde van anies Refrein En savu lei Geertsje met piene kop te dinken Hoe of se dat flesje met rommel op moest drinken Se wist d'r gien raad met, wat sat se inne knoei En naast hur op 't kastje stond hur clivia in bloei Se moest dat spul sien kwiet te raken En uren lang docht Geertsje na Toen skoot de redding hur te binnen: Ik geef 't an mien clivia Se gaf 'm ieder uur een lepel Op die manier kwam 't fleske leeg Wat moest se gnieze toen se van dokter Al gauw verlof tot opstaan kreeg Refrein En savus sat Geertsje wer noflik vur de ramen En keek naar de mesen die langs hur huuske kwamen De poes lei te spinnen bij Geertsje oppe skoot Se was weer de ouwe, maar hur clivia was dood |