Harlingen, bewoners

Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit verscheidene bronnen in het Harlinger Gemeentearchief. Ze zijn bijeengezocht en verwerkt door Jan van Wilsum, voormalig gemeente-ambtenaar bij de afdeling Burgerzaken aldaar. In de loop der jaren voerde hij uit hoofde van zijn functie de nodige genealogische en historische zoektochten uit en hield daar aantekeningen van bij. In zijn vrije tijd werkte hij de aantekeningen uit en rubriceerde hij alles wat hij gevonden had.

Het resultaat is een lijst van meer dan 50.000 eigennamen met daarbij vermelding van gebeurtenissen en vindplaatsen. De vindplaatsen worden aangegeven met een vermelding zoals 'B.S. voor Burgerlijke Stand', of met een boeknummer zoals 'GAH650', verwijzend naar inventarisnummers uit 'Harlingen, inventaris der archieven', door mr. H.T. Obreen, uitgegeven door A.J. Osinga, Bolsward, 1968.

Tip van een lezer: als bij overlijden 'ongehuwd' wordt vermeld, kan dat ook betekenen dat iemand weduwe of weduwnaar was. Blijven zoeken dus!

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op



voorna(a)m(en)  familienaam info
Gerbrandus Pettinga Geb 3 jul 1767 Leeuwarden, ovl 13 dec 1842 HRL, 1e huwt met IJda Olivier, 2e huwt met Doetje Oedses Spoelstra op 9 mrt 1794 Leeuwarden, laatste afk. 2 mrt 1794 en met attestatie vertrokken naar Leeuwarden, ald. gehuwd vlgs overtoonde attestatie, lid vd Raad, huurt greide 1800 -1811, landbouwer in 1842, wijnkoper in 1825, huw.get. bij L.K. van Goch en H. Gabini, wonende te HRL, 1815, id. bij A.P. Lupke en A. de Boer, 1815, kinderen: Gerardus P, geb 1795 HRL, Tetje, geb 1788 HRL, Martinus, geb 1791 HRL, IJda Johanna P, geb 1793 HRL, Maaike Gerbrandus P, geb 1798 HRL, zv Gerardus P, en Tetje Hoornstra huw Grote Kerk HRL 1794, BS huw 1815, ovl 1825, huw 1827, ovl 1842, ovl 1845, ovl 1847, ovl 1858; kind: Martinus Gerbrands Pettinga, geb 24 nov 1790, ged 28 dec 1790 Grote Kerk HRL; geboortig van Leeuwarden, betaalt de gerechtigheid f. 10:10:0 aan de gemeenteraad en verkrijgt het burgerrecht. Eed van getrouwe inwoning inwoning gepresteerd in handen van pres. burg. Tamboeser, op wo. 7 feb 1787. (burgerboek); eigenaar van wijk E-081; gebruikers H. Mulder wed., winkeliersche, en Claas Doedes wed., 1814. (GAH204); eigenaar en gebruiker van wijk E-102, pakhuis, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk E-113; gebruiker C.P. (?). Simons, koopman, 1814. (GAH204) eigenaar en gebruiker van wijk G-040, wagenhuis, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk G-041; gebruiker Pieter Douwes de Vries, sjouwer, 1814. (GAH204); id. van wijk G-054, kantoor, 1814. (GAH204); eigenaar en gebruiker van wijk G-056, grutter, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk G-076, stalling, 1814. (GAH204); G.P. van HRL. ende Doetje Spoelstra van Leeuwarden, zijnde de aangave gedaan door proc. S. Wyma op vertoonde procuratie, 15 feb 1794; ondertrouw HRL; G.P. van HRL, en Doedtje Spoelstra van Leeuwarden, hebben de laatste afkondiging gehad 2 mrt 1794 HRL, en zijn met attestatie vertrokken naar Leeuwarden en aldaar getrouwt 9 mrt 1794, volgens vertoonde attestatie; oud 72 jaar, geb Leeuwarden en wonende te HRL. 1839, wijnhandelaar, wijk E-113; VT1839; heeft een chais met een paard, belasting: f. 3:0:0, 2 may 1795, may 1796, may 1797, may 1798, may 1799, 1800; (GAH650); id. een chais met twee paarden, belasting: f. 7:0:0, 1801, may 1802, id. belasting: f. 7:11:11, may 1803, id. met 1 paard, belasting: f. 3:6:0, may 1804, may 1805; (B6 50); heeft een hond, belasting: f. 2:0:0, may 1805. (GAH650); woont in 4e quartier, huisno. 143, heeft 1 huisbediende, belasting f. 1:0:0, 1 may 1802. may 1803, may 1804, may 1805. (GAH650); op lijst van Vierentwintig Stuivers; Voor den 12 sep 1796, 4e quartier: f. 120:0:0 (GAH650); woont in 4e quartier, links: f. 0:5:0, rechts:. -10:0; Rijtuigenreg. 1795-1805; ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 112:10:0 ter zake geleeverde Tarw, 5 dec 1795, quit. no. 13 (GAH1127); id. f. 242:0:0 ter zake geleverde rogge, 27 sep 1796, quit. no. 12 (GAH1128); id. f. 48:0:0 ter zaake geleverde kaarsen, 5 dec 1795, quit. no. 40 (GAH1127); id. f. 87:0:0 wegens geleverde orten en boonen, 27 sep 1796, quit. no. 25 (GAH1128); id. f. 120:10:0, 9 sep 1806, quit. no. 57 (GAH1138); id. f. 97:13:0 ter Saeke geleverde Erweten, 30 jun 1808, quit. no. 43 (GAH1108); id. f. 100:2:0 ter Sake geleverde Erweten en boonen, 22 dec 1808, quit. no. 70 (GAH1140); id. f. 99:7:0 ter Saeke geleverde Erweten, 28 aug 1809, quit. no 40 (GAH1141); id. f. 89:12:0, 30 dec 1809, quit. no. 13 (GAH1141); afsluiting weesboek: Dys geblijkt, dat bij den Rendant meerder uitgegeeven dan Ontvangen is, Eene Summa van f. 412:10:12, Welke dezelve in zijne volgende Rekening voor Uitgaaff zal mogen brengen, en aan hem gevalideerdt worden. Daar in Tegen belooft dezelve weder in Ontvang te zullen brengen Eene Summa van f. 21:6:0, dien hij bij de gecollecteerde Duiten meerder bevonden heeft, dan ze hem voor toegereekend waaren. Aldus gedaan, gereekent en geslooten in de Vergadering van den Gerechte der Stad HRL, op den Raadhuize aldaar den 9 mrt 1796. In Kennisse des Rendants en Rendeerdens handen en de Subscriptie van den Secretaris. Was getekend: J. IJsbrandi, Radsma, Sijbrand Hingst, IJ. Hoornstra, Tjepke Gratama, Hendrik W. Blok, IJpe Feddema, rendant, B. Boomsma, A:van Ringh, S. Wyma, G.P. (GAH1027); afsluiting weesboek: Dus geblijkt dat bij den Rendant meerder ontfangen dan uitgegeeven is eene Soma van f. 630:7:0 welke dezel- ve in zijne volgende rekening voor ontvang zal moeten brengen; Aldus gedaan, gereekend, en geslooten in ''s Gerechts Vergadering op den Raadhuize binnen HRL den 17 mrt 1797. In kennisse des Rendants en Rendeerdens handen en de verteekening der 2e gesw:Clercq ter secretarije. Was getekend: IJpe Feddema, rendant, G.P., P.J. Coulbout, Lamb. Albada, W. Vettevogel, Hendrik W. Blok Paulus Wellinga, J. Tamboezer, D. Hendriks, Paulus G. de Boer, Marten Bos, S. Wyma, H. Tamboezer (GAH1128); ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 53:18:0 voor geleverde Erwten en Meel, 31 dec 1810, quit. no. 49 (GAH1142); id. f. 129:0:0 ter saeke geleverde erwten, 31 dec 1805, quit. no. 1 (GAH1138); id. f. 177:7:0 voor geleverde 16 lopen Erwten 1/8 lopen meel, 19 may 1806, quit. no. 36 (GAH1138); id. f. 98:17:0 voor geleverde Erwten en Meel, 31 dec 1806, quit. no. 75 (GAH1138); id. f. 132:12:0 ter Saeke geleverde Erweten en Boonen, 8 dec 1807, quit. no. 60 (GAH1139); onbetaalde ordonnantie van het Weeshuis van G.P., (dag. behoeften), 31 dec 1810: f. 18:18:0 (GAH1142); afsluiting Weesboek: Dus geblijkt dan bij den Rendant meerder ontvangen dan uitgegeeven is eene summa van f. 511:16:10 welke dezelve in zijne volgende Rekening voor ontvang zal moeten brengen. Aldus gedaan gerekend en geslooten, in ''s Raads Vergadering op ''t Huis der Gemeente binnen HRL. In kennisse des Rendants, en Rendeerdens handen, en de vertekening der gesw: Clercq ter Secretarije, 31 dec 1801. Was getekend: IJpe Feddema, L. Albada, Marten Bos, P. Wellinga, P.J. Coulbout, G.P., Paulus G. de Boer, Harm:Tamboezer, Wassenaar, C. Mollema, T. van Benthem, C. Blok, L.C. van Goch (GAH1133); ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 107:17:0 voor geleverde behoeften, 8 jul 1807, quit. no. 45 (GAH1139); AAN: de Commissie, tot de Administratie der Finantien in het voormalig Gewest Friesland: Burgers! In gedienstig antwoord op UWL:missive van den 14e deezer, hebben wij de Eer UWL te melden, dat wij bij den ontfangst van het 1e Termijn der Heffing van 4 ten hondert, over elks bezittingen, wat moeite wij ook aanwenden, niemand konden Permoveeren welke zich tot den ontvangst dies wilde laaten Employeeren eensdeels om dat er in ''t geheel geen Salaris voor den ontvanger bepaald wierd, en anderdeels om dat wanneer iemand het nogal avantuuren wilde, Zulks op zich te neemen zonder eenige Verzekering of hij uit voor zijne moeite en zorg zoude beloond worde het den zodanigen zeer beswaarlijk zoude vallen om eene Sufficiente Borge te Stellen, zoo hebben Twee Leeden van onzen Raad (namentlijk de Burgers Lambert Albada en G.P. ) door minnelijke intercessie van het Intermediair Administratif Bestuur van het voormalig gewest Friesland, de moeite op zich genoomen, des de geheele Raad, voor de goede bezorging der Penningen Instond, dezelven Burgers, hebben onder gelijke bepaaling het Tweede Termijn ook ontvangen dus zullen UWL:wel gelieven te penetreeren, dat wij in ''t geheel niet tegens deeze ontvangers kunnen hebben, en het is daarom dat wij hun weder verzogt hebben onder dezelve Conditie zich met den ontvangst van het 3e Termijn te willen Chargeeren het geen ook bij hun aangenoomen is, wijders dienst reverentelijk tot UWL:narigt, dat door bovengedagte onze ontvangst, in het 1e Termijn zijn uitgegeeven 474 recipissen, en in het 2e Termijn 437, dat de overgebleeven recipissen (tot 56 stuks) van het 1e Termijn bij den ontvangst van het 2e termijn, weder ge?xployeerd zijn, en dat er van het 2e Termijn, nog over zijn 37 recipissen zoo als UWL:uit de volgende berekening zal geblijken, voor het 1e Termijn: zijn ontvangen Recipissen 530, uitgegeeven 474, dus over: 56; voor het 2e Termijn 418, uitgegeeven 437, Rest: 37, welke onder ons zijn berustende, 20 may 1799, P. Wellinga, IJpe Feddema. (GAH45); de Burgers P.J. Coulbout en G.P. wierden gecommitteerd, om alles te schikken, en in order te brengen, wat tot de bijeenkomst der Grondvergaderingen op den 28 May eerst koomende zal vereischt worden, 20 may 1799 (GAH45); Sondag, 9 jun 1799: de Raad der Gemeente Extra ordinaris Vergadert zijnde, wierde door den Praesident den Burger G.P. aan de Vergadering gecommuniceerd dat den Lt Collonel Pacque Commandant van het Guarnisoen alhier; zich bij hem (Praesis) vervoegd had, Insteerende op eene vriendelijke wijze op grond van het 5de Articul, des 9 den Hoofdeels van het Reglement voor de Bataafsche Gewapende Burgermacht, in dato den 4 may L.L. bij het Vert egenwoordigend Ligchaam des Bataafschen Volks geaviesteerd, dat de Sleutels van de Stads poorten aan hem als Commandant van het Guarnisoen mogten worden overgegeeven, aangezien dezelve bij gedagte Art:ter zijner verantwoordinge wierden gesteld, - welke instantie of vriendelijk aanzoek bij den Raad in overweeging genoomen zijnde, wierde uit aanmerking van het 2de articul der Generaale bepaalingen omtrent de Introductie van voorz:Reglement, alwaar uitdrukkelijk bepaald word, dat de tot hiertoe gesubstiteerd hebbende gewapende Burgermacht, in ieder Plaats, in volkooming werking, en verantwoording zal blijven, ter tijd en wijle dezelve Plaatelijk, door een op den voet van ''t Constitutioneel Reglement gewapend Burgercorps zal zijn vervangen, als meede uit Consideratie, dat de Sleutels der Stads Poorten tot dus verre altoos na bezette Wagt ''s Nagts aan de Gewaapende Burgermacht waaren aanvertrouwd geweest, het dus strijdig ''t laatste aangehaalde Articul zijn zoude wanneer dezelve haar afgenoomen wierden, voor dat zij op eene zoodanige wijze als bij ''t zelve Art:bepaald word vervangen is, behalven dat de gewapende Burgermacht zulks zoude kunnen opvatten als een decline omtrent het vertrouwen welke in haar behoord gesteld te worden, na rijpe deliberatie goedgevonden en geresolveerd den Luitent Coll:Pacque nog Staand deeze Vergadering op het Huis der Gemeente te verzoeken en aan dezelve in heuse en vriendelijke Termen te kennen te geeven dat den Raad vermeend op Fundament der vooren gededuceerde reedenen en motiven, geene vrijheid te hebben, voor als nog tot de overgaave der Sleutels van de Stads Poorten te moeten besluiten, en dus het verzoek of Instantie van hem Commandant beleefdelijk te declineeren, Zoo als dit geresolveerde staande Vergadering in bewerkstelligd, en ge?ffectueerd en wijders beslooten aan den Commandant Pacque op deszelfs verzoek Extract van dit geresolveerde te Suppediteeren. (GAH45); Maandag, 10 jun 1799: nog wierd door den Burger S.S. Teijema, Schoolmeester in het Stads Weeshuis alhier eene memorie aan den Raad overgegeven, inhoudende deszelfs beswaaren omtrent het niet ontvangen van zijn Tractement en eenige voorstellen desweegens bij hem gedaan wordende, welke memorie is gesteld in handen van den Burger G.P. en den Secretaris Feddema, om den Raad daar op te dienen van deszelfs Consideratien. (GAH45); Bekendmaking: de raad der Gemeente van de Stad HRL aan alle hunne Medeburgeren Heil en Broederschap. Doet bij deezen bekend maaken dat er ter voldoening aan de Publicatie van het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek de dato den 30 nov 1798 op maandag den 17 jun 1799 een aanvang zal worden gemaakt, met den ontvangst van het derde Termijn der vier prco van de Bezittingen ingevolge voorz:Publicatie geheeven wordende, en dat met deeze ontvangst zal worden gecontinueerd ''s Maandags, Dingsdags, Donderdags en Vrijdags, den 17, 18, 20, 21, 24, 25, 27 en 28 jun ''s voordemiddags van 10 tot 12 , en ''s nademiddags van 2 tot 5 uur; Dat de Commissie tot den ontvangst van het derde Termijn deezer Geldheffinge zal bestaan uit die zelfde Leeden van den Raad bij wien het eerste en Tweede Termijn ontvangen is, namentlijk de Burgers Lambt Albada en G.P., welke een ieder Burger en Ingezeeten van deeze Stad en Jurisdictie van dien, daar voor wel zal gelieven te erkennen en te respecteeren; En ten einde dit ter kennisse van ieder Burger en Ingezeeten koomen mag zal deeze van de Puije van ''t Huis der Gemeente worden afgeleezen en ter gewooner plaatze aangeplakt; Aldus gearresteerd en gedecreteerd op ''t Huis der Gemeente binnen HRL den 11 jun 1799. (GAH45); Donderdag den 13 jun 1799, ''s avnonds half agt uuren. den Raad der Gemeente extra ordinaris vergadert zijnde wierde door den Burger G.P., als President van den raad, aan de vergadering gecommuniceerd, dat aan hem gepraesenteert was een arrest, zijnde van deezen inhoud: ''om te dienen op Regtdag den 15 jun 1799 te harlingen des morgens te: x uur; Fredrik Willem Sapp? woonende te Amsterdam als gelastigde bij procuratie van den 12 jun 1799 gepasseerd voor de Notaris Pieter Cornelis Heidwiller aldaar door den heer Jan Geraud Coopman woonende binnen Amsterdam (domiciliëeerende ten huize van Fredrik Calander te HRL) en wel in qlt:als Correspondent van en Caverende voor de reders, en uitrusters van ''t Fransche kaperschip ''Le Serpent'' Capt Pietter Louis denijs leggende te HRL arresteren''. Contra: Dirk Christiaans van Pruisisch Territoir, thans zig bevindende te harlingen en aldaar leggende met het schip ''de Jonge Remmert'' bij hem als schipper gevoerd arresteerde, en: Marten Wijbes Vliet Brugman van de Kettingsbrug te HRL Inthimeerde, om niet met deszelfs schip ''de Jonge Remmert'' en de Ladinge Steenkool etc. uit de Haven van HRL naar elders te vertrekken voor en aleer de Fransche Consul te Amsterdam zal hebben gedetermineerd en uitgesprooken het verschil over bovengemelde kaperschip tusschen de uitrusters en reeders van de kaper ''Le Serpent'', captn Pierre Louis denijsals orig:arrest en gem:Schipper Dirk Christiaans als arresteerde ofte de procedures daar over al verder in vervolg te entameeren finaal zullen zijn afgedaan, terwijl de orig:arrest daar omtrent in alles Salvo Jure willen blijven, om in vervolg zodanig te ageren als zullen verstaan te behooren, met inthimatie aan den Brugman met verzoek van daar op Consent te willen verleenen, egter dat hem dit arrest van dien aard was voorgekoomen, dat hij voor zig swaarigheid gevonden had van he verzogte Consent, daar op te accordeeren, en uit dien hoofde, de Raad hadde geconvoceerd, om derzelver Consideratien daar over in te neemen, waar op den inhoud van ''t zelve arrest bij den raad in Serieuse overweeging genoomen zijnde, wierde bij onderzoek bevonden dat hetzelve geene beswaaren van Penninglijke Schulden of de Praestatie van eenige daad tegens de arresteerde inhield, welke na het oordeel van den Raad in de Termen vielen, dat den arresteerde of deszelfs schip , daar over op Autoriteit van een ondergeschikte Rechtbank (zoo als den Raad de hunne Cinsidereert)kon of vermogte te werden aangehouden of gearresteerd , althans dat den Raad hunne regtbank in deezen als een forum Incompetens beschouwde behalven dat den Raad vermeende in het zekere en door overtuigende bewijzen geinformeerd te zijn dat de verschillen, tusschen de origineele arrestanten en den arresteerde, rede door het Bataafsche Gouvernement ten voordeele der laatstgenoemde waaren getermineerd; En eindelijk dat zij ook de qualt:van den Lastgeever tot dit arrest niet voldoende oordeelde, uit aanmerking van dit alles na rijpe deliberatie heeft goedgevonden, van te moeten verklaaren in het verzogte Consent niet te konnen accordeeren zoo als zij Raaden verklaaren bij deezenen zal hier van ten fine van decharge Extract worden afgegeeven aan den Burger Sapp?. (GAH45); Voorts wierden de Burgers G.P. en Paulus de Boer gecommitteerd, om naamens de Stad HRL, als Floreen pligtige mede te procedeeren, tot de Stemminge van Volmachten, op de Vijfdeelen Zeedijken, buitendijks, wegens de Stad, en de Burgers Lambert Albada en Marten Bos, ten zelven einde weegens den Dorpe Almenum; Zijnde aan de Burgers P. en de Boer navolgende acte van qualificatie gesuppediteert; de raad der Gemeente van de Stad HRL ordinaris vergadert zijnde, heeft na deliberatie goedgevonden, uit hun midden te benoemen, en te Committeeren, de Burgers Paulus de Boer en G.P., om naamens de Stad HRL als floreenpligtige op morgen 5 jul 1799, zig te vervoegen op ''t Huis der Gemeente alhier bij de stemminge tot Volmachten, op de Vijfdeelen Zeedijken, buitendijks, en diesweegens de Stad belangens waar te neemen, en meede tot het Stemmen van Volmachten te Procedeeren, en alles te verrigten wat den aard der Zaake mede brengt, alle welke doeningen den Raad verklaart te zullen approbeeren en bekragtigen; En zal Extract deezes aan gedagte Commissie worden gesuppediteert om dezelve te verstrekken voor genoegzaame qualificatie; HRL, 4 jul 1799. (GAH45); Maandag den 6 jan 1800. de Raad der Gemeente ordrs vergadert Zijnde, wierde verder goedgevonden; Ma. den 15 jul 1799; Wierde door deBurgers G.P. en M. Bos, gerapporteerd, dat zij, beneevens eene Commissie uit de Raad der Gemeente van de Stad Leeuwarden op gepasseerde Donderdag den 11 deezer, met eene Commissie uit de Raad der Gemeente van Menaldumadeel, op Dronrijp in Conferentie waaren geweest, over het uitdiepen der Trekvaart tusschen de beide Bruggen in gemelden Dorpe alwaar zich droogten, en ondiepten hebben gezet die veele belemmering aan de Scheepvaart toebrengen, dat de Commissie uit de Raad der gemeente van Menaldumadeel na veele discussien over deeze uitdieping geproponeerd had om dezelve voor rekening van de Steeden Leeuwarden, en HRL beneffens Menaldumadeel, gezamentlijk te effectueeren, hoewel dezelve Commissie anders wal van oordeel was, dat die uitdiepinge, alleen ten laste van Menaldumadeel zoude moeten koomen, egter dat zij in dien gevalle, de Floreenpligtige van het gansche district, zouden moeten oproepen en convoceeren, het geen niet alleen een groote Vertraging, aan dit zoo noodzakelijk werk zoude toebrengen, maar ook dikwels ten gevolge konde hebben, dat de zaak ten ppalen geheel afgeslaagen wierd, zijnde verders bij dezelve Commissien beslooten omtrent dit Susjet bij eene Zaamenkomst op ''t Huis der Gemeente te Leeuwarden, op Woensdag den 17 deezer finaal te Concludeeren, waar over gedelibereerd zijnde, wierde goedgevonden den Burger G.P. verders te Committeeren, en te authoriseeren om bovengedagte Convocatie op ''t Huis der Gemeente te Leeuwarden meede te frequenteeren en diesweegens namens de Stad HRL omtrent meergedagte Uitdieping zodanige Schikkingen te maakenals hij te raade en dienstig voor de Stads belangen oordeelen, doch alles ongepraejudiceert en zonder Consequentie voot ''t toekoomende, noopens het geene beslooten mag werden, dat de Stad HRL zal Contribueeren. En zal Extract deezes, aan den Burger G.P. werden afgegeeven, om hem te dienen voor acte van Authorisatie. (GAH45); Saturdag den 20e jul 1799; de Raad der gemeente extra ordnrs vergadert zijnde, wierd door den Burger G.P. gerapporteert, dat hij agtervolgende Commissie, den 15e deezer op hem gedecerneert, op Woensdag den 14 Julij, op ''t Huis der gemeente te Leeuwarden, in conferentie was geweest, met eene Commissie uit de Raad der gemeente van dezelve Stad, en de Commissie uit de Raad der gemeente van Menaldumadeel, over de bekende zaak der uitdiepinge van de Trekvaart tusschen de beide Bruggen, in den Dorpe Dronrijp, egter dat op die zaamenkomst, niets finaals had kunnen werden beslooten, omdat de gecommitteerden uit de raad der gemeente van Menaldumadeel (of wel .... deszelfs Secretaris) geene Convocatievan den Raad der gemeente van het zelve district had doen beleggen, om aan dezelve raad verslag van het Verhandelde, bij de zaamenkomst op den 11 deezer te Dronrijp te doen, en uit dien hoofde tot niets gemagtigd waaren, verzoekende den Rapporteur (den burger G.P. ) de nara te moogen werden geauthoriseert, om het bekende en herhaald onderwerp van uitdieping bij eene Conferentie met dezelve gecommitteerden op Maandag den 22e deezer te Leeuwarden op ''t Huis der gemeente, finaal af te doen en ingevalle de Raad der gemeente van Menaldumadeel zig op geene billijke voorwaarden, hier toe wil laaten vinden als dan met gecommitteerden uit de raad der gemeente van Leeuwarden de Consert te ageeren, om zich gezamentlijk over de handelwijs van die, van Menaldumadeel te beklaagen, bij het departementaal bestuur van de Eems, met versoek van Fenaale ordonnantie tegens die van Menaldumadeel; Waar over gedelibereerd zijnde is Conform dies geconcludeert, en den Burger G.P. tot voorzeide einders de nova gemagtigd, en geauthoriseerd zoo als geauthoriseerd word mits deezen onder inhasie der Last, omtrent dit Susjet rede bij hem ontvangen. En zal Extract deeses aan den voorzeiden Burger G.P. worden gesuppedieert, om hem te dienen voor acte van Authorisatie. (GAH45); Donderdag den 15 Augt 1799; Wijders Wierde bij den Raad, en Commandant Tamboezer goedgevonden om de Gewapende Burgermacht Comp:voor Comp:van deezen avond op het huis der Gemeente op te roepen, ten fine om zonder Verwijl, aan voorenstaande aanschrijvinge te voldoen, en om dit Werk meerder Kragt en aandrang bij te Zetten, wierde beslooten dat de Burgers G.P. en L. Albada als Commissarissen uit den Raad den Commandant Tamboezer, bij de convacatie der Gewapende Burgermacht Zullen assisteren. (GAH45); Maandag den 2 sep 1799; de Raad der Gemeente ordinaris vergadert Zijnde, wierde nog goedgevonden, aan den Burger Frans Twentrop, uit Commisseratie (Condideratie ??) van deszelfs armoedige toestand, uit de Correspondentie Beurs te accordeeren, ''s weeks een Car Gulden, tot Weder opzeggens toe en is den Burger G.P. gequalificeerd Zulks aan hem af te geeven. (GAH45)