Harlingen, liedtekst 'Op een bankje in 't Harmenspark'


Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Tekst en muziek: Wim Kroon

Weet je nog die avond toen de maan se helder skeen
Sloeg ik vol vertrouwen mien arm om jou heen
't Was hier op deselfde plaats dat ik teugen jou sei:
"Mien meisje, dit is nou 't mooiste veur jou en mij."

Refrein:
Op een bankje in 't Harmenspark, onder de bomen
Daar saten wij van liefde en geluk te dromen
Een heel klein sprookje werd toen werk'lijk waar
Twee jonge mesen kwamen weer tot mekaar
Dat bankje in 't Harmenspark, dat blief ik trouw
Sun houten ding bringt in herinnering Dat 'k heel veul van je hou
Daarom mien skat vergeet ik niet
En maakt 't mij weer altied blied
Om 't kleine bankje út ons allereerste tied

Weet je nog die avind dat ik jou naar huus toe bracht
En jou senuwachtig de sluetel opsocht
't Was al over tienen toen, we weren erg bevreest
Jou waren oek nog nooit se laat van huus af weest

Refrein