Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2023-06-24 09:18:17



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 213 folio 243r

Pand: 

Inleiding: [0243r] Inventarisatie ende beschrijvinge gedaen ten sterfhuyse van wijlen Jacob Claessen Braem in leven burger en holtcooper, van alle de goederen uit- en inschulden van de praesiderende burgemeester Pytter Pytters Oldaens tot desen veroirdineert commissaris, geadsosieert met dr. Dominico Wringer secretaris, op versoek van Freerk Claesens Braem broeder van de overledene, en geauthoriseerde curator en respectievelijk tutor over Pyttie Jacobs Braem, des overledene naegelaten dochter bij de selve ende zijn wijlen huysvrouw Grietje Hessels in echte verweckt, in dier qualiteit requirant, en Tettie Martens weduw van wijlen Wybe Folkerts in leven grootschipper binnen Harlingen, gewesen huysholdster ende repectievelijk dienstboode van de overledene, in dier qualiteit requireerde, omme alles in alle getrouwigheit nae haer beste kennisse des sterfhuys goederen te sullen aengeven, hebbende tot dien eynde de belofte van getrouwe aengevinge bij handtastinge in plaets van eede gedaen, in handen van welgedachte commissaris [0243v] waerdoor tot de beschrievinge onder respective inventarisatie was geprocedeert in manieren als volgt, desen 19 september 1678.

Inventaris: 
[0243v] Int voorkamerke: 
Een bedt met een peul 
twee gordijnen met een rabath 
een groen schoorsteen kleedt 
een wit dito 
vier groene glas spreeden, soo groot als kleyn, met een groen spreedt om de deur 
een spiegel 
 
Pasteleyn: 
negen Oost-Indische butterpantjes 
negen dito kopkes 
[0244r] ses dito kleyne klapmutskes 
twee groote klapmutsen 
twee vrucht schaelen met een poortschael 
 
thien stoelen 
seven stoelkussens 
een kantoor met een groen dekzel 
een mesken vuyrbekken 
twee kleyne mesken candelaers 
een mesken vijseltie 
vier tinnen schuttels 
seven flechte pannen soo groot als kleyn 
een witten suyckerpot 
 
[0244v] drie posteleynen ciciertjes met een vruchtschaeltje 
een glazen tontie met een schroeff 
drie glasen flesies met vier romers 
een blicken peperdoosie 
 
Int voorhuys bevonden: 
seven borden soo groot als kleyn 
vijff OostIndische butter panties 
twee dito vruchtschaelen 
twee groote klapmutsen 
twee dito kleyne 
negen koppen soo kleyn als groot 
een arm emmerke met een spreetje 
[0245r] een nay korff 
twee stoelen, met vier stoelkussens 
een geel gemurmerde kas 
een plattie 
een wit spreedt over de kas 
 
In de voorgaende kas bevonden: 
vijftien laeckens 
thien manshembden 
vijff peuldoecken 
31 sloopen 
dartien handdoecken 
vier bedt schortel doecken 
[0245v] vier bedt hembden 
negen tafel laeckens 
negentien servetten 
negen bord doeckjes 
vijff mans mutskes 
acht dasjes 
twee en veertig neus doecken 
vier bedt spreden 
twee groene schoorsteen kleeden met een groen spreedtje 
twee witte schoorsteenkleden met twee witte rabatten 
vijff hembden 
[0246r] een bondt kussen sloop, met een lap bond goedt 
een doos, daerin acht en veertig beffen 
twee broecken met een rockje 
een swart laeckens rock te weten een vrouwen 
een pack appel bloeysens lakens onderkleren 
een zarjes reysrock met een broek 
een slecht swart lackens dito 
twee paer hoosen met een paer wanten 
 
In de gangh en in de galdereye: 
een rack 
een groen emmerke 
een mangel bord 
twee vloervegers met een glaes wasscher 
[0246v] vier mangelstocken met een mangel bord 
een slaedts emmer 
twee korfkes 
twee stoelen met een stoelkussen 
 
In de binnencamer: 
een bedt met een peul 
tien kussens op een bed 
een bed spreed 
een peuldoek 
een bed sak 
thien sloopen om de kussens 
twee lakens groene preeden 
[0247r] twee paer gordijnen, met twee rabatten 
een groen met een wit schoorsteen kleed 
een wit glas spreedt 
ses schilderijen soo groot als kleyn 
een spiegel 
een mantelstock 
 
Oost Indisch goedt: 
ses Oost-Indische middel schootels 
drie butterpanties 
drie groote klapmutzen 
drie vrucht schaelen, een poortschael 
vier kleyne klapmutskes 
twee kleyne vruchtschaelties 
drie groote koppen op de kas 
seven koppen op de schoorsteenmantel 
 
een pars 
[0247v] tien stoelen 
negen stoelkussens 
een groen spreedt om de deur 
een Danswijcker kistie 
een eecken kantoor met een groen dexel daerover een groen spreedt 
 
Een groote eeken kas daerin: 
achtien vrouwen hembden 
thien mans hemden 
ses en twintich laeckens 
thien peuldoeken 
achtien sloopen 
vijf en een half dosijn servetten 
vijftien tafellakens 
[0248r] vijftien witte schorteldoeken 
negen en dartigh neusdoeken 
vijftien nachthalsdoeken 
tien witte ondersten 
twaleff groote kinderdoeken 
een en twintich kleyne dito 
drie witte borstrocken 
een wijtlingh 
acht kinderneusdoeken 
drie doeken over 't ruft 
twee borsthembtjes 
wat kinder halsgoedt 
vijf ondermutzen 
[0248v] twalef Duytze mutzen 
een bedtschorteldoek 
ses blauwe schorteldoecken 
twee roode ende een witte ruft 
twee slechte ruften 
een groen kints deekentje 
een swaghtel 
een spreedtje 
een spreed omme cas 
twee lakens en twee grof greynen mantels 
een grof greynen mans rock 
een hoedt 
[0249r] twee paer handschoenen 
een swart grof greynen schorteldoeck 
een voerde deecken 
een stuck doek lange 39 ellen 
een dito 40 ellen 
noch vijff stucken 121 ellen 
een stuck rij doek 19 1/2 ellen 
drie lappen doek 
ses kleyne lapkes 
vijf lapkes dopjes 
 
Silverwerk: 
een groote en een kleyne silveren kroes 
[0249v] seventien silveren lepels, met een kinderen paplepeltie 
seven mosterd en eyer lepelties 
een kinder rinkelbel met een kettingh 
een onderrirm met een haek ende drie kettingh 
een silveren kaysel 
een tas kettingh met een peertie en een knoop 
een schorthaek 
een oorijser 
twee mans hechten 
noch een dito met een turk 
een scheertie 
een brandewijns kroeske 
[0250r] een wit cantie met een silveren lidtje 
 
Een rond houten doosje Pytties spaerpot, daerin bevonden soo aen valueerd geld als andersints, met een silveren vingerhoedt ad f 90-10-08 
twee gemaekte stucken silver daerop de belegering van Groeningen en de Coevorden. 
 
Een vierkant houten kistie Grietie Hessels spaerpot, daerin bevonden soo aan valueerd geld als andersints f 144-16-00 
 
Een silveren trou kistie daerin bevonden: 
Seventhien valueerde rijxdaelders a f 2-10-00 yder 
Een viercant stuck ad f [niet iongevuld] leggende in een papiertie gequoteert met no 1 
Vier rechte Jacobezen a 13 gulden yder in een papiertie leggende met no 2 gequoteert 
[0250v] Een cruysaat met een rosenobel in een papiertie leggende met no 3 
Een Elizabeth met een vergulden stuck silver, leggende in een papiertie met no 4 
Twee onbekende stuckjes goudt leggende in een papiertie met no 5 
Twee gouden ringen in een papiertie leggende met een 6 gequoteert 
Eenigh silveren poppegoedt 
 
Op een kleyn opcamerke: 
een bed met een peul 
seven oorcussens 
drie kleyne dito 
[0251r] twee Spaense deekens 
twee groene gevoerd 
een Japonse deeken 
twee gordijnen met een rabath 
een spreedt voor 't bedt 
een kleyn kist spreedtje 
twee stoelen 
drie Oost-Indische klapmutskes 
een groot ijseren kandelaer 
een blicken kofferke 
twee lanteern 
twee dosen 
twee korfkes 
ses stoven 
[0251v] een witte doek voor de glaezen 
een mantelstock 
 
[BOEKEN] 
eenighe boecken schoon papier 
Doopgezinde Martelaersboek 
een groote bijbel 
Flavius Jozephus 
Imanuel van Meteren 
Titus Livius Romeynse historien 
een testament 
Joost Hendrix praedictien 
Baudertius gedenckweerdige spreuken 
Papieren werelt van Crul 
[0252r] Pytter Pytters werken 
Estrade twee deelen 
J. Uytdenbogaerts twaleff predicatien 
Manders Schilderboeck 
Galenus negentien articulen 
Serarius tegens de apostacie 
Uytdenbogaerts leven ende kerkelijk bedieningh 
De Heussche ommegangh 
Sebastianus Francq Cronijck 
Cats Ouderdom ende Buytenleven 
Cats Trouwringh 
[0252v] De brieven van geleerde mannen 
D Astrea 
Rekenboek van der Schuiringh 
Don Quisot twee deelen 
Argilisticheden des Satans 
het geestelijk triumpherend rijk 
de Herstelde leeuw 
Tragedische historien negen delen 
Oorkussen der wereldtsche menschen Roomse mintriumph 
het leven ende dood van Cromwel 
de lange guldene annotatien 
de apostacie 
[0253r] de Romeynsche Adelaer 
een bijbel met segreyn sonder haken 
een testament segreyn leer met silveren haken 
Kamphuysens rijmen met silveren haken 
een salmboeckje met silveren haecken 
eenighe oude kleyne boeken 
de reys van Carel de tweede 
 
een stuck dweylgoedt 
 
In de keuken: 
een bedt met een peul 
drie oorkussens met haer slopen 
[0253v] twee sloopen 
drie lakens 
een peuldoek 
een wijtlingh 
een tafel lacken 
twee gordijnen met een rabat en een spreedt 
drie schilderde borties 
een spiegel 
twee Oost Indische butter panties 
met noch een dito 
een partij slecht steenwerk 
 
[0254r] negen witte schalen 
drie tinnen schuttels 
drie ciciertjes 
een tinnen mingel 
een tinnen waterpot 
twee tinnen soutvatten 
een mosterd potje een piepkanne 
twee tinnen kopkes 
een tinnen enckhoorn 
noch een dito 
 
[0254v] een brandewijns kroeske 
met een kinder kroeske 
eenighe kannen 
twee meelvattjes 
een vleys ketel 
een gotelingh 
een butterts pannen 
een ijseren potie 
noch een dito 
met noch een cooper dito 
[0255r] een mesken pottie met een mesken pantie 
een schuym spaen 
twee ijseren litties 
een tinnen com met vier tinnen lepels 
een brander 
een strijckijser 
een hangijser 
rooster 
twee tangen met een asschop 
vijff stoelcussens 
drie stoelen 
[0255v] twee tinnen blakers, met een potzeel 
een bijle, scheer, kandelaer 
een kleyn forkje, een hack mes 
een groen met een bond schoorsteenkleedt 
vijff kleerbesemen 
een tromp 
een bordt 
twee kleerkorven 
twee kleyne korven 
drie of vier fleschen 
drie stoelen 
drie bonte schoorsteen kleeden met drie blauwe doecken noch twee bonte doeken 
 
[0256r] Een geel geverfde kiste daerin bevonden: 
een strijcklap met een tafelspreedt 
 
een tafel 
een sarjes pack onderkleeren 
een greynen mantel 
een swart laekens rock 
een oude grauwe mantelrock 
een pack oude greynen kleeren 
een pack swart laekens kleeren 
twee hembdrocken met een onderbroek 
een mansrockje 
een reyssack met twee linnen sacken 
een partij oudt goedt met wat rommelerij 
[0256v] twee witte onderbroecken 
een weynich garen 
 
Op de plaets: 
een partij schuttelgoedt 
drie water emmers 
twee gatjepannen 
twee luywagens 
een koekpanne 
twee wrijvers met twee stoffers 
een scherm 
 
Op de solder: 
[0257r] vier waschtobben, soo groot als kleyn 
met een turftopke 
een schermke om 't vuyr 
een scherm, een kakstoel 
darde half schouwturf 
 
Achter op 't plaetske: 
een partij imbijeren hout 
een turfkorf, slijpbord, twee houten bakken 
twee treeften 
 
Op de hoogste solder: 
een spinwiel 
een bed warmer 
 
[0257v] [leeg] 
 
[0258r] een partij rommelerij 
een restie turf 
een paer stocken met een rager 
 
In 't cantoor in de voorcamer voren genoemdt bevonden aen geld etcetra soo volght: 
f 156 1/2 ducatons a 63 stuivers yder f 492-19-08 
twee prince deaelders f 5-04-00 
f 21 valueerde rijx daelders a 52 stuivers yder f 54-12-00 
ses en een half a 50 stuivers yder f 16-05-00 
achtien gold guldens a 28 stuivers yder f 25-04-00 
f 14 1/2 a 10 stuivers yder f 7-05-00 
een vierkant stuck a 1-5 f 1-05-00 
[0258v] een Spaense kluit met een Deens stuckje, waerdich f 4-00-00 
aen Engels geld f 2-04-00 
f 25 4/5 a 30 stuivers f 38-14-00 
 
Gout: 
ses halve gouden ducatons a 7-10-00 yder f 45-00-00 
een derde en half a 12 gulden f 18-00-00 
twee a 9 gulden f 18-00-00 
een Vlaemsche nobel f 10-00-00 
een halve Albertijn f 4-10-00 
 
Een silveren troukistie daerin bevonden: 
twee gouden rijxdaelders 
 
[0259r] een gouden stuck daerop de bruiloff van Cana en Galileen 
twee gouden Elizabetthen f 44-00-00 
1 1/2 a 15 gulden f 22-10-00 
twee gouden ducatonnen f 30-00-00 
een Engels Cromwel ad f 13-00-00 
een dubbelde ducaat ad f 10-00-00 
drie engelotten a 7-10-00 yder f 22-10-00 
drie ende een quart a 11 gulden yder f 35-15-00 
noch twee stuckje gout waer op 't Franse wapen 
Een gouden ringje, een handtrou 
[marge: dese gouden ringh is bij Jacob Romkes overgenomen op ordre van wijlen de coopman Freerk Braem tot ses caroli gulden, 5 stuivers] 
vier silveren gemaeckte stucken 
 
[0259v] Een doos daerin de importanste brieven van Sybren Hessels, ende waernae hiernae breeder sal gezeydt worden 
[marge: de doos hier nevens gedacht is bij de coopman Goytien Braem nae sich genomen den 28 februarij 1679] 
 
Brieven en instrumenten: 
[marge: de obligatie hier nevens vermelt tot f 2108-12-09 met de reeckeninge daertoe behorende, is bij de coopman Goytien Braem na hem genomen, om met de boode nae Embden toe gestuyrt te worden, om de selve inte vorderen en in te lossen, den 4e maert 1679] Een obligatie tot laste van de heeren van de Neder Eemsche Dijkagie van dato den 6 juni 1678 ad f 2108-12-08 
gequoteert met no 1 
 
[marge: dito overhandicht de obligatie aen voornoemde coopman tot laste van dese provincie tot 150 gulden capitael] Obligatie tot laste van des Provincie van Frieslandt, de dato den 6e May 1674 ter summa van hondert vijfftich caroliguldens capitael, f 150-00-00 ende de intressen zedert den 16e may 1676, gequoteert met No 2. 
 
[marge: den 4e maert 1679 is dese nevenstaende obligatie aen de curator en coopman Goytien Braem overhandicht] Een obligatie tot laste van de selve Provintie de dato den 30e augustus 1672, ter summa van een hondert vijftig caroligulden capitael f 150-00-00, met de intressen zedert 30e augustus 1678, gequoteert met 3 
 
[0260r] [marge: dese nevenstaende obligatie waer van noch op rest de summa van 40 f is bij de coopman Claes Freerx Braem ingelost] Een obligatie ten laste van Romcke Foeckes tot Ververt [= Ferwerd], in dato den 13 october 1678, waer van noch te goede staet de summa van veertig caroli guldens, gequoteert met no 4 
 
[marge: ut supra overhandigt aen de coopman Claesx Freerk Braem. Dese nevenstaende obligatie aen Goitien Braem als curator overgelevert den 18 october 1681] Een obligatie op Willem Jelles tot Leeuwarden op 't Vliet in dato den 14e martij 1677 waervan rest vierhondert negen en dartich caroliguldens twaleff stuyvers, ses penningen, als restte van meerder summa buyten de intressen, quoteert met no 5. 
 
[marge: als boven aen Goitien Braem overgelevert den 18e october 1681]. Een obligatie tot laste van Janke Hessels weduwe van Cornelis Claessen in leven holdcooper tot Franequer in dato den 18e septembris 1675, waeraen noch te goede is, als reste van meerder summe, de summa van f 474 caroliguldens 8 stuivers, met de intressen vandien, quoteert met No 6. 
 
[0260v] [marge: ut supra aen de curator overhandicht, segge aen des kints bestevader Claes Freerx Braem, gelevert aen Goitien Braem als voren de 18e october 1681] Een obligatie tot laste van Cornelis Claessen tot Franequer in dato den 10 may 1670 aen capitael elleff hondert acht en vijfftig caroli guldens, acht stuivers met de intressen zedert de 10 de may 1675, gequoteert met no 7. 
 
[marge: ut supra overhandight aen de curator Goytien Braem] Een obligatie tot laste van Oedts Pytters ende Jantjen Meynerts echteluyden houtcoopers tot Stiens in dato den 26ste april 1666, waerop noch te goede is, de summa van ses hondert vijf en vijftich caroli gulden acht stuivers, 12 penningen, met de intressen van dien, quoteert met no 8. 
 
[marge: ut supra overhandicht] Een obligatie tot laste van Louwe Jacobs, aen Jacobi Parochie, in dato de 26 april 1673 ter summa van twee hondert negen en veertich caroligulden drie stuivers, met de intressen zedert den 26e april 1676 ende noch op 't principael achtendartigh caroli guldens betaalt, quoteert met no 9. 
 
[0261r] [marge: dese vier aeneenvolgende obligatien zijn alsnoch niet overhandicht, actum ut supra, doch nu op den 17e martij 1679 door Jacob Romkes aen den curator Goytien Braem overhandicht.] Een obligatie tot laste van Cornelis Pytters in dato de 26e mey 1668, 't capitael een hondert acht en negentich caroliguldens, ses stuivers, als reste van meerder summa, met de intressen van dien, gequoteert met no 10. 
 
[marge: ut supra overhandicht.] Een obligatie tot laste van Tjebbe ende Wytze Harkes te Lioens, in dato den 19e martij 1676 ter summa van drie en negentich caroli guldens, vijff stuivers met de intressen vandien zedert voorschreven tijt, gequoteert met no 11. 
 
[marge: ut supra overhandicht] Een obligatie tot laste van Jan Gerrits tot Amelandt in dato den 12 martij 1673, ter summa van seventhien caroliguldens 12 stuivers ses penningen, met de intressen zedert die tijt, quoteert met no 12. 
 
[0261v] [marge: ut supra overhandicht] Een handtschrift tot laste van mr. Jan Sipkes in dato den 13e october 1677 ter summa van seven gulden acht stuivers als reste van meerder summa, quoteert no 13. 
 
[marge: dese nevenstaende constitutiebrieff is mede overhandicht actum den 4e maert 1679] Een constitutie brieff tot laste van dese provincie van Frieslandt in dato 4e november 1675, op 't lijf ende leven van Pytie Jacobs Braem ter summa van duysent caroliguldens in coop, ten proufijtte van wijlen de coopman Jacob Claessens Braem, jaerlijx cesseert te renthe, een hondert twintich caroligulens, quoteert met no 14. 
 
[marge: dese nevenstaende decreet ende reversaelbrieff blijft bij Jacob Romkes berustende.] Een decreet ende respectievelijk reversael brieff van 't tichelwerk Grettinga in datis het Decreetbrief den 28e may 1668, ende het betaelde reversael de 10 juny ejusdem anni leggende op de naem van de coopman Claes Freerx Braem, quoteert met no 15. 
 
[marge: ut supra overhandicht aen de curator Goitien Braem] Een huyrcherter van het houtsteck op Grettinga tot laste van Freerk Claesens Braem erven [0262r] de dato den 24 augustus 1676. 
Een recipis gepasseert door Lammert Claesen boremaecker, in dato de 3de decembris 1672, raeckende de twee obligatien, ten proufijtte van de participanten van de baan, quoteert met no 16. 
 
[marge: ut supra overhandicht den 17 maert 1679] Een procuratie leggende op Pytter Pytter Grauda ende Jacob Claessens Braem in dato den 30 december 1668 bij de participanten van de verschreven baan gepasseert, quoteert met no 17. 
 
[marge: ut supra] Scheydinge tusshen Seerp Sybrens ende Hessel Fridtzes beyde cum uxoribus in dato de 24 julij 1639, quoteert met no 18. 
 
[marge: ut supra] Acte van ontscheydinge tusschen de erfgenamen van Hessel Fridzes en Pyttie Sybrens echtluyden in dato de 29 september 1664, quoteert met no 19. 
 
[0262v] [marge: Dese nevenstaende specificatie respectiefelijk ordonnantie is ingetrocken, actum ut supra door de coopman Romke Jacobs.] Specificatie ende respective ordonnantie tot laste van 't Nieuwe Bildt in dat den 27en en 28en Mey 1678 waerop noch te goede is tweehondert vier en twintich caroliguldens 16 stuyvers 14 penningen, quoteert met no 20. 
 
Vasticheden: 
Een seeckere heerlycke huysinge staende ende gelegen op de Noorderhaven, streckende van daer tot achter aen de Droogstraat bij wijlen de coopman Jacob Claessens bewoont. 
Een darde part van het tichelwerk Grettinga genaemt, met de ledige plaets daer aen behorende ende de huysinge suydtlijxt staende met het nieuwe houtsteck ende het aengeleyd hoff. 
 
 
 
[0263r] Parten scheepen: 
Een sestiende part aen schip de Liefde genaemt, bij schipper Jan Sipkes gevoerd. 
Een sestiende part aen 't schip de Koninck David genaemt, bij Douwe Jelles Vettevoogel gevoerd werdende 
Een sestiende part aen 't fluitschip de Liefde genaemt, bij wijlen Gerritt Reyners gevoerd inde maent october op de reede van Revel [=Reval] gebleven. 
[0263v] Een achtste part aen 't schip de Vijgeboom genaemt, bij schipper Sybren Hendriks gevoerd werdende 
Een sestichste part aen 't galliootschip bij Einigh Douwes als schipper gevoerd werdende. 
Een vierensestichste part aen 't schip de Vrede genaemt, bij Ritske Pytters als schipper gevoerd. 
 
[0264r] [marge: Het groot schuldboek met letter A gequoteert is mits desen de coopman ende curator Goyten Braem door Jan Romkes wegens zijn moeder overhandight, actum 4de maert 1679.] 
 
Geextraheert uit 't schuldboek met A gequoteert, van de coopman Jacob Claessens Braem, waerin noch bevonden is dese naevolgende posten onbetaelt zijn: 
Romke Jelles timmerman op der Schellinge of sijn swager, Eernst Hoytes debet als rest staende fol. 1 ad f 8-00-00. 
Fedde Jellis schuytemaker tot Oosterlittens op fol. 3 f 0-19-00 
De erfgenamen van wijlen Agge Claessen als rest op fol. 4 f 75-00-00 
Mentje Rinnerts, houtcooper en timmerman tot Hantum, fol. 7 en 9 f 31-11-08 
Zytzes Ydes cuyper tot Wirdum fol. 9 f 35-05-00 
Bentie Ysbrants timmerman tot Oosterlittens folio eodem f 50-10-00 
Gepke Aukes timmerman tot Sneek fol. 10 en 99 f 139-14-08 
Gerke Joannes in de Drachten fol. 23 f 8-00-00 
Claes Hartmans fol. eodem f 8-01-08 
Jacob Jans fol. 33 f 71-10-00 
---------- 
f 428-19-08 
 
[0264v] Lammert Beerns Houttuin rest fol. 34 f 1-18-00 
Marten Annes tot Wartena fol. 46 f 11-01-00 
Sjouk Doekles als rest fol. 49 f 1-10-08 
Seerp Lammerts Swerms fol. 52 f 223-03-04 
Jan Jacobs houtcooper en timmerman te Holwert fol. eodem f 65-03-04 
Doytse Taekles mastmaker en kuyper tot Sneek fol. 64 f 103-11-00 
Beern Jans op den Hoorn in de Marren fol. 98 f 50-00-00 
Gabbe Poppes houtcooper ende timmerman tot Holvert fol. 99 f 180-06-00 
Claes Lammerts houtcooper tot Leeuwarden fol. 105 f 70-13-00 
Allert Claessen tot Zuyd Horum is Zuid Horn fol. eodem f 78-08-00 
---------- 
f 782-14-00 
 
[0265r] Bouwe Freerx houtcooper in Feenwouden fol. 122 f 80-03-00 
Gerardus Fortuin fol. 134 f 97-04-00 
Rintje ende Joucken Sjoukes dijckaennemer fol. 51 f 2-06-00 
Wybren Lubbes tot Collum fol. 188 en 241 f 654-13-08 
Romke Fockes tot Fervert fol. 189 f 83-06-00 
Paulus Tjerx Stonebruigh fol. f 4-07-00 
Oedts Pytters houtcoper tot Stiens fol. 199. 205-en 214 f 984-01-12 
Hattum Elsis? houtcooper tot Bergum fol210 en 231 f 363-05-08 
Leenert Olpherts houtcooper tot Buytenpost fol. 213 f 266-17-10 
AEble Sweytzes houtcoper ende cuyper tot Bergum fol. 220 en 233 f 616-16-14 
Sybout Hayes houtcooper tot Sneek tot fol. 225 f 188-15-00 
---------- 
f 3341-17-04 
 
[0265v] Symon Jans houtcooper tot Dockum fol. 225, f 986-09-04 
Hessel Joannis waegenmeester in de Schrans of zijn erfgenaem Pytter Alberts boekbinder tot Leeuwarden f 10-19-08 
Janke Hessels, Cornelis Claessens weduwe tot Franequer fol. 235 f 261-09-00 
 
[marge: van dese post reekeninge overhandigt aen de coopman Claes Freerks Braem om beneffens de obligatie werden geinnet] De reckeninge aen Goitien Braem als curator overhandigt, daerop betaelt is twee hondert ellef gulden 6 stuivers 8 penningen. 
Leeuwe Freerx coopman in de nieuwe Schrans fol. 237 f 240-01-00 
Hylcke Claessens houtcooper tot Marsum fol. 239 f 257-04-00 
Sybren Hayes tot Groningen fol. 242 f 1o-02-08 
Joannes Jans houtcooper ende cuyper tot Oudega fol. 243 f 118-05-04 
Zytse Annis houtcoper en cuyper tot Anjum fol. 244 f 84-18-00 
Luytien Thomas houtcoper ende cuyper tot Blija fol. 245 f 361-13-00 
Cornelis Lubberts houtcooper ende cuyper 't Auwert fol. 247 f 262-16-04 
---------- 
f 2593-12-04 
 
[0266r] Yttie Fransen houtcooper ende kuyper Coostertille fol. 25 en27 fol. f 736-18-08 
Lammert Hendrix houtcoper ende kuyper tot Oudega fol. 255 f 78-02-12 
Lammert Jellis houtcooper ende kuyper tot Augustinusga fol. 255 f 111-16-08 
Romke Jans houtcooper ende kuyper tot Oostermeer fol. 260 f 440-08-08 
Louw Jacobs ende Jacob Louws aen Sint Anna Parochie fol. 261 en 262 f 371-0-08 
Jan Claesen houtcooper ende kuyper tot Oosterlittens fol, 263 f 174-09-00 
Reyn Wybrants houtcooper tot Boorn fol. 264 f 46-09-00 
Buwe Sapis houtcooper tot Oostermeer fol. f 252-04-04 
Antje Jans Eysma weduwe van Theunis Arjens fol. 268 f 1649 11-00 
Haye Hessels houtcooper op Dronrijp fol. 269 f 403-19-12 
----------- 
f 4264-19-12 
 
[0266V] Menne Jans houtcooper en timmerman inde Dracht fol. 271 
f 558-13-08 
f 4264-19-12 
f 2593-12-04 
f 3341-17-04 
f 782-14-00 
f 438-19-08 
---------- 
f 11970-16-04 
 
[0267r] [marge: de drie memorialien met A, B en C gequoteert, waeruyt dese nevenstaende aeneenvolgende posten extraheert zijn, zijn als mede de curator ut supra overhandicht, actum ut supra] Extract van de coopman Jacob Claessens Braem's Memoriaal geteekent met de letter C waerin dese navolgende posten noch onbetaelt bevonden zijn, als volght: 
 
Watze Claessens rest f 5-04-00 
Taeke Jacobs scheepstimmerman f 4-00-00 
Sjouke Dirx f 25-04-00 
Reynerom f 7-03-00 
de weduwe van Jochum Jochums f 1-15-00 
Jarich Hayes f 1-11-12 
Hoyte Hoytes f 31-16-00 
Poppe Rinkes f 6-14-08 
Theunis Theunis f 11-07-08 
Aeltie Theunis f 3-08-08 
Geecke Leeuwes f 13-14-00 
--------- 
f 111-19-04 
 
[0267v] Watze Hessels f 5-14-00 
Jan Luyties f 8-00-00 
Claes Gideons f 5-12-08 
Jan van Blij f 3-00-00 
Eelco Wijbes f 14-00-00 
Thomas Jans Breda f 1-08-08 
Joucke Hoytes f 1-14-08 
Zyts schuytenvoerder f 1-05-00 
Tettinge Fongers f 2-08-00 
Allert Tjerx f 1-11-00 
Jan Hendrix Hoedtje f 0-03-08 
Geertie Jans f 10-00-00 
---------- 
f 54-17-00 
 
[0268r] Harings Feyckes wijdschipper fol. 11 f 0-14-00 
Janke Reyners fol. 25 f 3-07-08 
Attie Hessels ende Jancke Jacobs fol. 38 f 3-02-14 
Hans Bisschop fol. 39 f 9-17-00 
de weduwe van de heer Pybe Donia fol. 43 f 5-10-00 
Jochum Bouwes fol. 61 f 6-05-00 
Cornelis Jans Nuchteren fol. 69 f 4-03-00 
Doecke Romkes dootschulden fol. 74 f 14-02-00 
Aeltje Beyma fol. 80 en 100 f 37-10-08 
Jan Sipkes barbier fol. 82 f 7-08-00 
tot 't huis in de Katterugh naest de Ruyter fol. 92 f 10-17-02 
Leeuwe Ulbes fol. eodem f 5-05-00 
----------- 
f 108-00-00 
 
[0268v] Schelto Jurjens Fonteyn fol. 94 f 13-08-08 
de hopman Joannes Baukes van der Ley fol. 97 f 13-16-12 
Jan Rienx fol. 112, f 10-00-00 
Sjoukes Gerbens fol. eodem f 21-07-00 
Joannes Hylkes Hanekuick fol. 125 f 1-04-00 
Otte Fockes molenaer fol. 127 f 20-12-00 
Sybren Hendrix fol. 129 f 3-07-00 
Luytien Jans fol. 133, f 0-19-00 
Focke Jacobs Haspelman fol. 135, f 6-12-00 
AEsge Heyns fol. 139, f 7-00-00 
Jacob Gysberts fol. 140, f 7-10-00 
Hendrick Joris fol. 142, f 0-14-00 
---------- 
f 106-10-04 
 
[0269r] Claes Tjeerts fol. 146, f 17-15-00 
Baucke Claesens Tichelaer fol. 148, f 3-14-00 
Pytter Janssen huysman fol. 149, 6-07-08 
Claes Bauckes Tichelaer fol158, f 4-13-12 
Jan Jacobs alachter als rest fol. 155, f 2-10-00 
Douwe Jacobs wmidt fol. 158, f 1-16-12 
Sybren Martens fol. 163, f 1-14-00 
Pytter Douwes fol. 159, f 19-16-00 
 
[marge: dese post per abuys alhier gebracht alsoo de selve int boek stonde onbetaelt te zijn] [doorgehaald: Cornelis Sneker schipper fol. 160 f 3-19-00] 
AEdger Douwes fol. 161, 1/3 van vier en dartich caroli guldens. 8 penningen f 11-08-00 
Leeuwe Feykes fol. 163, f 7-17-00 
---------- 
f 77-12-00 
 
[0269v] Fedde Gerrits fol. 163 en 166, f 113-19-00 
Dirk Dirxen op Coningsbuyren fol. 164, f 4-06-00 
Lammert Warners fol. eodem f 0-18-00 
Jan Sipkes grootschipper fol. 165. f 7-16-00 
Pytter Rinses fol. 166 f 2-03-00 
Jan Hendrix schuytenvoerder fol. 169 f 3-06-00 
Tjeerd Sybes fol. 169 f 3-00-00 
De heer Gerrit Camminga fol. 170 en 187, f 508-01-08 
de heer Albertus van Wijngaerden fol. 171, f 46-16-00 
Dirck Pytters fol. 174, f 27-17-08 
Harmen Hobbes fol. 147 en 174. f 5-08-02 
Fedde Gerbens fol. 174. f 8-07-08 
---------- 
f 731-18-10 
 
[0270r] Jan Lubberts fol. 174. f 8-12-00 
Reyner Fonteyn fol. 176, f 3-14-00 
Jan Jacobs fol. eodem f 1-19-12 
Marten Eernstes fol. eodem f 1-01-12 
Broer Fongers fol. eodem, f 8-03-00 
Symen Grettinga fol. 179, f 3-14-00 
Rinse Eelckes fol. eodem, f 4-06-00 
Jan Nelis fol. eodem, f 30-14-00 
juffrouw Yttie Baerda fol. 180 en 187. f 110-00-12 
Jan Jacobs 't Achlum fol. 182, f 6-00-00 
Steven Bartels fol. 184. f 26-08-00 
Sijmen Jans fol. 184. f 33-13-00 
Lammert Hendricks fol. eodem, f 0-18-00 
---------- 
f 239-04-04 
 
[0270v] de Oosterbierummer kerk fol. eodem, f 5-06-00 
Sybren Hessels erfgenamen fol. eodem, f 0-04-00 
Jan Jacobs schoughster fol. 185 f 96-09-00 
Claes Krijns Bouwmeester van de Neederheemsche Dijkagie fol. eodem voor arbeydtsloon en zaegloon f 163-06-06 
Claes Claessens fol. 186, f 26-06-08 
de heer professor Mattheus fol. eodem f 30-05-00 
Gerben Cornelis aen St. Anna kerk fol. eodem f 5-10-00 
Romke Jansen fol. eodem, f 32-03-08 
Huygh Willems fol. eodem, f 1-01-00 
Louw Jacobs fol. 186 en 187 f 44-11-00 
----------- 
f 405-02-06 
 
[0271r] mr. Zierck Dirx chirurgijn fol. 186 f 5-01-12 
Luytien putgraver fol. 187 f 0-08-00 
Haye Hessels gecocht fol. 187 en 188, f 12-09-00 
 
Jancke Hessels fol. 187 f 10-11-08 
dese overhandicht aen de curator Goitse Braem onbetaelt 
[marge: van dese post reeckeninge overhandigt aen de coopman Freerx Braem omme beneffens de obligatie als voren te werden geinnet] 
 
Seerp Lammerts fol. 187, f 213-18-00 
Wiltie Fettjes fol. 187, f 11-02-04 
Claes Rinties fol. 187, f 0-07-00 
Symen Tjerx fol. 188, 32-11-08 
Yttie Jans fol. eodem, f 04-10-12 
Zytses Annes fol. eodem f 2-11-00 
----------- 
f 293-10-12 
 
[0271v] Pytter Tjepkes fol. 188 f 2-05-00 
f 293-10-12 
f 405-02-06 
f 239-04-04 
f 731-18-10 
f 77-12-00 
f 106-10-04 
f 108-00-00 
f 54-17-00 
f 111-18-04 
----------- 
f 2130-18-08 
 
Extract van Jacob Claessens Braems Kleyn Memoriael welke posten daerin noch open ende onbetaelt staen als volght. 
[marge: 't kleyn memorial ut supra overhandicht] 
 
Hendrick Wytzes fol. 82 debet, f 1-15-00 
Jan Jacobs tot Winsum fol. 99, f 2-01-00 
Douwe Symons weduwnaar fol. fol. 95, f 3-03-00 
Pytter Pytters Kuypers tot Lollum fol, cod, f 1-05-00 
---------- 
f 8-04-00 
 
[0272r] Gerben Jans fol. 110. f 21-00-00 
Jans Jacobs tot Achlum fol. 112. f 10-19-00 
Bouwe Sapes fol. 123, f 71-04-00 
Romke Jans tot Oostermeer f 61-05-00 
 
Louw Jacobs fol. eodem f 3-12-00 
[marge: dese post hic nihil alsoo bij Jaob Braem selfs ontvangen is] 
 
de heer Gerrit Camminga tot Tzum fol. eodem 126. f 22-11-00 
Lodewijk Willems fol. eodem 0-14-00 
Watze Wybes fol. 125, f 12-14-00 
aen een boer fol. eodem f 3-16-00 
Symen Harkes fol. eodem f 3-00-00 
Juffrouw Yttie Baerda fol. eodem f 12-13-12 
Heere Andries fol. eodem f 9-07-04 
----------- 
f 223-16-00 
 
[0272v] Gerrit Lolckes fol. 125. f 3-00-00 
Haye Hessels fol. 126, f 34-01-08 
Minne strandtmeyster fol. eodem f 23-15-00 
Schelto Jacobs backer fol. eodem f 4-03-04 
Gerrit Claessens fol. eodem f 1-07-10 
Aen een boer fol. eodem f 2-30-00 
Hoyte Sybouts tot Tzum wegens de heer Camminga in verscheyden perchelen fol. eodem f 37-02-08 
Jacob Louws aen 't Sint Jacobskerk fol. eodem, f 7-11-00 
Louw Jacobs fol. eodem f 24-02-00 
Freerk Braem fol. eodem f 1-16-04 
---------- 
f 129-02-02 
 
[0273r] Jan Jacobs schoegster f 17-10-00 
Haringh Jelles tot Arum f 2-09-00 
Auke Tjerx tot Loessens f 11-06-00 
Wiltie Tettjes tot Achlum f 1-06-00 
Seerp Swerms f 5-15-00 
Claes Hartmans f 27-10-00 
Romke Jans f 41-09-00 
Folkert Jans praemschouwer f 0-19-00 
Minne strandtlooper f 10-05-08 
Wybren Lubbes f 8-11-04 
Haye Hessels op de Rijp f 40-04-00 
Eelco Sibbes voor de Wynamer kerk f 0-12-12 
--------- 
f 167-17-08 
 
[0273v] Douwe smidt bij de Franequer poort f 2-15-08 
Bauke timmerman f 2-00-00 
Jan Aleffs tot Maccum f 28-5-00 
Jan Claessens tot Oosterlittens f 2-08-00 
Lieuwe Freerkx in de Nieuwe Schans f 161-08-00 
Oene Hillebrants in de Lemmer f 121-1'2-00 
Cornelis Taevis backer f 0-08-00 
Beern Jans op de Marren op de Ham f 15-00-00 
--------- 
f 341-08-00 
f 167-17-08 
f 129-02-02 
f 223-16-00 
f 8-04-00 
---------- 
f 870-08-02 
 
[0274r] Den 12e juny 1678 heeft de coopman Jacob Braem aen de schipper Sybe AEbes mede gegeven f 183-07-00 
op fol. 245 uit groot memoriael gequoteert letter C 
Den 13e julij 1678 heeft de selve mede gegeven Ruyrdt Sybes Bontekoe fol. eodem f 175-09-08 
Den 14 julij 1678 aen Pyter Jurjens Klip mede gegeven fol. 246 f 175-09-08 
Noch aen Jan Gerrits van gelijcken mede gegeven op den 15e julij f 175-09-08 
Den 6e julij aen Jacob Romkes getelt wegens Ziert Ziverts kistemaker fol. 247 f 1000-00-00 
Van de capitein Jan Soet bij wijlen Freerk Braem ontvangen fol. 278 f 7-00-00 
---------- 
f 1716-15-08 
f 870 -08-02 
---------- 
f 2587-03-10 
 
[0274v] De houtwaeren bij wijlen coopman Jacob Claessen Braem naegelaten, zijn getauxeert door de holtcoopers Seerp Lammerts Swerms ende Ayse Arjens Mahiu, op den 31e augustij 1678 ende den 2e september daeraen volgende, volgens notitie daervan zijnde ende zijn bevonden te bedragen uit geheel een summa van ellef duysent vijff hondert vijf en dartich caroli guldens, seventien stuivers, ses penningen dus f 11535-17-06 
dese bovenstaende houtwaren zijn ontvangen bij wijlen Freerk Braem cum uxore. 
 
Negen maenten solderhuyr van veertien lastt rogge, 's maents tot vier stuivers per last, van Gouke Braem beloopt in alles tot f 25-04-00 
 
Voor sparren aen Medenblyckers vercocht den [nier ingevuld] ten proufijtte van 't weeskint vercocht ende bij Freerk Braem ontfangen ad f 522-00-00 
 
Wijlen Freerk Braem is debet in 't Memorial met fol. 201 en 202 soo veele als met de eygene handt van Jacob Braem is aengetekent betalen f 205 gulden voor veertich balken nae Embden gescheept die de weduwe van Freerk Braem noch competeren, zijnde hier alsoo ten proufijtte als vorig gebracht f 122-14-06 
 
[0275r] Schadelijke staet: 
[marge: holtboek gequoteert met letter I.C.B. [= Jacob Claessen Braem] waerin de parten scheeps ende schadelycke staet aengetrocken ende bevonden is, mede de coopman ende curator overlevert, actum de 4e maert 1679] 
Theunis Jans wijdschipper ende Gerrit Reyners grootschipper in hun qualiteit competeren volgens obligatie in dato den 21e april 1676 vijff hondert caroli guldens capitael f 500-00-00 
Tettie Martens competeert volgens obligatien van dato de 3e Augusty 1677 enden 7e augusti ejusdem anni elleff hondert caroli guldens capitael f 1100-00-00 
Jan Reyners competeert volgens obligatien de dato de 6e augsti 1677 vier hondert caroli guldens capitael f 400-00-00 
Saeckjen Claeses Braem competeert volgens obligatie segge reeckeningen (op folio 67 gemerckt met I.C.B. anno 1661) de summa van acht en twintig hondert ses en sestig caroliguldens f 2866-00-00 
de selve competeert noch van de selve de summa van een hondert acht en twintig caroliguldens 8 stuivers. met daer van de interessen sedert zijn overlijden van beyde naeststaende posten f 128-08-00 
---------- 
f 4994-08-00 
 
[0275v] Focke Dirx competeert volgens obligatie in dato den 17e februari 1676, de summa van ses hondert caroli guldens f 600-00-00 
Pyttie Jacobs Braem competeert van de overledene haeres vaeder, staende op fol. 91 de summa van tachtentch caroli guldens, dus hier pro memoria. 
Grietie Pytters weduwe van wijlen Sipke Jansen olyslager competeert volgens obligatie in dato den 31 december 1677 de summa van negen hondert caroli guldens capitael, dus f 900-00-00 
Coopman Claes Freerk competeert uyt den sterfhuyse acht hondert acht en tachtigh caroli guldens, dus f 888-00-00 
---------- 
f 2388-00-00 
 
[0276r] De weduwe van wijlen Freerk Braem competeert uyt den sterfhuyse een summa van twee hondert en vijff caroli guldens, ter saecke veertich balken aen wijlen Jacob Braem gelevert aen de Nederheemsche Dijkagie welke summa sullen worden getrocken als de gelden op coomen sijn 
f 205-00-00 
f 2388-00-00 
f 4994-08-00 
----------- 
f 7587-08-00 
 
Eindelyck wort hier voor memorie gebracht 't gene over is gesien: 
1678 den 21 martii heeft de coopman Jacob Claesens Braem bij Fedderick Sipkes geteyckent vijftich pond Flaems om Oosters rogge voor te koopen staende in sijn Groot Memorial op fol. 172. 
Ende den 23 maert heeft hij de drie hondert gulden contant getelt gelijck op fol. 174 te sien is 
Den 30 julij heeft Freerk Braem wegens sijn broeder Jacob Braem vercogt 4 1/4 last 3 1/2 lopen Pruisse rogge a 58 goud guldens 't last, sijnde apparent die die rogge waervan hierboven gedacht is, aen de burgemeester Oldaens ende Jan Dirxen Cuyck, belopende de summa van f 352-15-12 
[0276v] In 't vierkant boek van Jacob Braem gemerkt 1 I.C.B. 1661 fol. 89 wort bevonden 1677 den 7e november Ebbe Pytters van Symen Ages makelaer gecoght te hebben een lottje rogge in januario 1678 te betaelen, en ontfangen 2 1/2 last 5 3/4 lopen a 95 goudguldens. 
In Claes Freerks Memorial a 1675 is door de commissaris Oldaens en Nijkerk gebleken dat Jacob Braem met sijn eygen handt geschreven heeft, dat Ebbe Pytters getelt heeft, van Feddrick Sipkes rogge de summa van 353 gulden 9 stuivers waervoor Claes Freerks, Jacob Geerts gecrediteer 't schuldboek E fol. 85 
Beernt Gerrits Trap houtcooper tot Groningen debet, volgens 't grootboek fol. 45 wegens een besegelinge aen Claes Freerks Braem gepasseert waerin voor reste van meerder summa mede beklemt is en op zijn naem daerin uytgedruckt f 103-19-08 
 
Aldus gedaen ende geinventariseert ende door continuatie overgesien, en geslooten in praesentie van de curator Gooitie Claeses Braem desen 19e septembris 1679. 
In kennisse van ons welgedachte heeren commissarissen en secretaris 
 
(get.) P.P. Oldaens 1679 
 
(get.) F. Lambartsz 
 
(get.) D. Wringer