Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2023-06-24 09:18:17



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 207 folio 249r

Pand: Lanen 70

Inleiding: [0249r] Inventarisatie ende beschivinge gedaen tenn sterfhuyse van Jacob Jansen de Cock ten overstaen van de praesiderende burgemeester Bartel Lantingh tot desen verordonneerde commissaris geadcocieert met dr. Dominico Wringer secretaris van alle de goederen uit- en inschulden ten sterfhuyse bevonden op 't versoeck van Willem Jacobs de Cocq in desen praesent sampt 't gerechte ex officio wegens Jan Jacobs de Cocq uitlandigh in Oost-Indien zijnde, beide voorzoonen van de overledene Jacob Jansen de Cocq requiranten, ende Claeske Lolles nae naegelaetene weduwe van de overledene ende styffmoeder over de requiranten voor haer selfs ende in desen gesterckt met haer broeder Jan Lolles, sampt Fedde Tieerds geauthoriseerde ende testamentaris curator over Lolle Jacobs de Cocq nagelaten soon van de overledene bij deselve ende selfs weduwe Claeske Lolles in echte verweckt zijnde een soon van 't darde bedt requirerende. [0249v] In welck doende de aengevinge is geschiet door de weduwe Claeske Lolles die tot dier einde de Mennonite ede van getrouwe aengevinge heeft gedaen in handen van welgeachte praesiderende burgemeester, waer op tot de beschrivinge is geprosedeert in manieren so volght, deze 13e november 1666.

Opmerkingen: Gemeentearchief Harlingen, OAH, invnr 221, Grondpachtenkohier 1657, fol 27: 3e kwartier: Jacob Jansen d'Cock, huys, 00-17-00. Jacob Jansen de Kock, wonende te Harlingen, trouwt (3) voor het Gerecht Harlingen 31-01-1660 Claeske Lolles, wonende te Harlingen. Lidmatenregister Doopsgezinde Vlaamse Gemeente Harlingen 'De blauwe schuur', aktedatum: 04-12-1665: lidmaten Jacob Jansen de Kock en Claeske Lolles. Autorisatieboeken, invnr 113, aktenr 60, aktedatum 06-04-1656: Riemke Gerlyffs oud 15 jaar weeskind, Dirck Gerlyffs oud 13 jaar weeskind, Grietie Gerlyffs oud 11 jaar weeskind, Wijlen Gerlyff Lolckes vader, Wijlen Antje Jans de Cock moeder, Jan Laessen Hannema burger, vaandrig curator, curator ter controle van de rekening Fedde Tiaerts koopman curator, curator ter controle van de rekening Jan Gerliffs curator, geauthoriseerd curator, broer Jacob Jansen de Cock curator, geauthoriseerd curator, oom. Autorisatieboeken, invnr 114, aktenr 446, aktedatum 16-11-1666: Lolle Jacobs de Cock oud 23 jaar weeskind, Fedde Tiaerds burger lakenkoper curator, curator ad actum divisionis Wijlen Jacob Jansen de Cock vader, testament. Lanen 42: Jacob Jansen de Kock, gehuwd met Geertie Jacobs, koop Lanen ZZ tot de Schritsen, huis waar de Vlasblom uitsteekt, voor 1280-00-00 GG, van Jacob Willems de Graeff c.s., Proclamboek 233, fol 132v, 1 feb 1634. Lanen 42: Andrys Boeckhorst, kapitein c.u. kopen 1/6 huis op de Lanen. Ten O. Jacob Hessels Hingst, ten W. Pieter Jans. Grondpacht (voor 1/1) 17 st aan de Stad en (voor deze 1/6) 3 st aan de verkopers. Gekocht van Willem Jacops d' Cocq, voor 345 gg. Proclamboek 236, fol 73r, 18 feb 1649. Lanen 42: Jacop Jansen de Cock, koopman, als vader van Griettie Jacobs de Cock x Haentie Jans, koopt 1/6 huis zz. Lanen. Rechten en pichten zoals Neeltie wd. Jan Boercke het vroeger heeft gekocht van Griettie [Jacobs de Cock] x Haentie Jans. Gekocht van Neeltie wv Jan Boercke, voor 400 cg. Proclamboek invnr 236, fol 84r, 28 april 1649. (Griettie Jacobs de Cock wonende te Harlingen, trouwt voor het Gerecht Harlingen 06-11-1642 Hantie Jans Lamkema wonende te Harlingen.) Lanen 42: Jacob Jansen [de Cocq?] koopt 1/6 huis zz. Lanen daer de Vlasblom uythangt, strekkende van voor van 't diept tot achter aan de Schritsen. Ten O. Jacob Hessels Hingst en een gezame'ijke steeg naar de Schritsen, ten W. Pieter Jansen. Grondpacht (voor 1/1) 70 [moet zijn: 17?] st, en (voor deze 1/6) 3 st aan Willem Jacobs d' Kock. Gekocht van Andries Boeckhorst c.u. voor 418 cg. Proclamboek invnr 236, fol 141v, 17 nov 1650. (Willem Jacobs de Cock te Harlingen trouwt voor het Gerecht Harlingen 13-11-1642 Claeske Douwes wonende te Harlingen) Lanen 42: Jacob Jansen de Cok, naastligger ten westen bij verkoop Lanen 44, Proclamboek invnr 235, fol 158r, 8 feb 1651. Lanen ZZ (Lanen 72, exacte ligging niet zeker) Jacob Jansen de Cock ten westen (Proclamatieboek 238, fol 62r, 4 nov 1660. Jacob Jansen de Cock weduwe, ten westen, Lanen ZZ (Lanen 72, exacte ligging niet zeker), Proclamatieboek invnr 239, fol 184r, 10 jan 1669. erven vroedsman Lolle Cock, ten westen, Lanen ZZ, Proclamboek, invnr 246, fol 59v, 14 jan 1720. weduwe Jacob Lolles de Cock, ten westen, Lanen ZZ, Proclamboek, invnr 251, fol 241v, 1 dec 1748. weduwe Jacob Lolles de Cock, ten westen, Lanen ZZ, Proclamboek, invnr 253, fol 123r, 2 dec 1753.

Inventaris: 
[0249v] Bedden ende bedtscleeren 
6 bedden ende 6 puelen 
24 oorcussens 
3 paer gardijnen ende 5 rabatten 
4 schorstiens cleeden 
25 stoelcussens 
6 wijtlingen 
7 pueldoecken 
12 dekens 
6 slaeplaekens op de bedden 
slopen, 14 op dito bedden 
 
[0250r] Inn een clein caske in 't voorhuys ende ook op de bedden onbesegelt 
13 laekens 
29 sloopen 
5 tafellakenties 
2 serwetten 
5 manshembden 
4 bonte spreties 
3 witte handoecken 
9 bonte serwetten 
9 nuesdoeken 
4 bonte doeken 
3 dassies 
8 blauwe handoeken 
3 bonte sloopen 
12 pont geern 
anderhalff verndel vlas 
2 oude reis rocken 
1 pack mans cleeren 
2 waembaisen [= wambuizen] 
[0250v] 2 vuilemorten [= feuillemorten] broeken 
een waembais [= wambuis] 
een pack ondercleeren 
een bont cleetie 
een cortlingh cleetie 
een pack cleeren 
een groen cantoors spreedt 
2 kindere dekenties 
een groen spreed 
een lap beeld say 
een lap camelot 
een lap grauw laeken 
een lap linnen blomkes goet 
5 lapkes wit linnen 
een lapke bont linnen 
een oud ruft 
 
[0251r] Houtwerck etc 
9 schilderijen 
2 hanghcaerten 
een groot trecktefel 
een tafeltie 
een stalbedt 
2 set bancken 
een eeken dito 
een glaascas 
een pars 
een schabeltie 
een kistie 
een eeken kascke 
[0251v] 6 kisten 
een dito 
een groote pars 
twee slaepbancken 
een mantelstock 
een kerckstoel 
een groot oude mansstoel 
3 spygels 
21 stoelen 
een keerslaedt 
een schuttelbanck 
2 rackies 
7 houten backen 
[0252r] 2 schermen 
8 stoven 
een vleischvat 
een clein dito 
4 tobben 
2 wasch schammels 
2 water emmers 
een puthaeck 
5 stoffers 
3 kleerbesems 
een boots haeck 
4 armemmers 
een salaads emmer 
2 cleerkorven 
een clein dito 
[0252v] een arm korfke 
4 tijnen 
2 spin wielen 
2 goudwichten ende silverwerck 
21 geern stocken 
 
Oost-Indisch werck etc 
14 groote pannen 
2 groote poortschaelen 
3 groote coppen 
8 cleine dito 
14 vruchtschaelen 
[0253r] 13 butterpannen 
6 groote clapmutsen 
4 cleine dito 
6 cleine schuttelties 
2 cleine schaelties 
 
Slecht steenwerck en glasen 
3 Oostersche flessen met schroeven 
12 glaesen 
10 schaelen 
een com 
4 flessen 
 
[0253v] Schuttelgoet 
32 stenen tafelborden 
8 butter pannen 
12 groote slechte pannen 
4 cleine comkes 
3 cleine dito 
een olypot 
2 soutvatten 
2 mostertpotten 
6 stipschuttelties 
10 kannen 
4 cleine schaelties 
voorts enig daegs schuttelgoet 
 
[0254r] Coper, tin, messchen ende iserwerck 
2 vierbeckens 
een braedpan 
een boffertspanne 
2 messchen potten 
een klein messchen pottie 
een messchen pantie 
een groote geern ketel 
een groote waschketel 
2 treeften 
een koekpanne 
3 iseren potten 
een schuimspaen 
een kettingh, hangiser, 2 tangen, een treeft 
een ponderke [ponder = een unster] 
2 snuiters 
een coperen aecker 
een messchen hantvat 
[0254v] een vorckie 
een aentrecker 
een iseren hackmes 
een iseren splitter 
een asschop ende rooster 
een tinnen waterpot 
een tinnen mingelen 
een clein kantie tin 
een tinnen butter cop 
een tinnen cop ende stipschutteltie 
een tinnen kroes 
een half verndeltie 
5 tinnen lepels 
een kinderkroeske 
een tinnen driakels tontie 
een wafeliser 
[0255r] een iseren standkandeler 
een lamp 
een fijsel ende stamper 
enige wichten ende 2 schaelien 
enige oud iserwerck ende een timmerkist 
een houten sleed 
een houten kinderwagen op de solder 
een iseren moker 
2 bilties 
een aschstoter 
een iseren koevoet 
2 lanteren 
 
[0255v] Boecken etc 
2 bijbels, in folio 
een predicatie boek door Joost Hendricx, in quarto 
Eduardi Poppii Enge poorte, in quarto 
een testament 
de gulden harp, 12o 
geestelijcke liedekens, in 12o 
testament ende psalmboek, in 12o 
een nieuw sanghboek van vermae'iederen 
een dito van psalm ende lofsangen 
een dito 
 
[0256r] [in de marge: den 14 november voor noen ] 
Een eecken cantoor met een groen vuieren deksel daerin nae gedane ontsegelinge bevonden 
 
Brieven ende instrementen sampt vastigheden 
Eenge olde coopbrieven reversaelen ende andere papieren rakende de huysinge waeruit wijlen Jacob Jansen de Cocq is versturven bij macander gebonden quoteert met olde papieren 
Het testament van wijlen Jacob Jansen de Cocq van de 24e october 1656 
Een sekere huysinge staende op de Lanen alwaer de Vlasblom uithanckt ende waer uit de overledene is versturven 
 
Obligatien ende handtschriften 
Een hantschrift de dato den 6e july 1666 holdende op sacke Reiners Cohool caagman [0256v] tot Tzumarum tot drie hondert caroliguldens staende tegens tien stuivers ten maent procent waer op den 7 september 1666 is betaelt twe hondert gulden met renten ende is 't restante bij de wedue Claeske Lolles ontfangen 't welcke bij de gerede gelden is gebracht dus hier allene pro memoria 
Een obligatie van den 18e april 1663 holdende op Hoite Hoites coopman alhier tot vijftienhondert caroligulden capitael waeraf de maentgelde tegens 9 stuivers maents tot den 20 february 1666 verschenen sijn betaelt quoteert met lit A: f 1500-00-00 
Noch een hantschrift van den 23e augusti 1664 op de selve Hoite ter somma van een duysent caroliguldens capitael tegens 9 stuivers ten hondert ter maent 't intressen tot den 23 februari 1666 betaelt zijnde met B : quoteert f 1000-00-00 
[0257r] Een obligatie van dato den 25e augusti 1665 tot laste van Vff (Uff) Folckerts ter ser summa van achthondert caroliguldens capitael met de maent gelden tegens tien stuivers ten hondert ter maent met quoteert C f 800-00-00 
Een hantschrift van den 29 aprilis 1666 bij enige schoenmakers ende eeckcopers binnen deser stadt aen Egbert Scheppingh coopman tot Campen gepasseert wegens ontfangene eeck waer af de coopsumma ofte het bedragh vandien bij wijlen Jacob Jansen de Cocq cum uxore aen de voorschreven coopman is op geschooten tot een duysentachten caroliguldens twee penningen quoteert met D f 1018-00-02 
Een obligatie van den 1 juny 1666 op Tiaerd Jansen Schol ende Jancke Jans echteluiden alhier ter somma van vijff hondert caroliguldens hooftschult staende tegens 5 procent 't intres quoteert met E f 500-00-00 
[0257v] Een hantschrift van den 5 october 1665 op Dirck Eelckes wever cum uxore tot hondert gulden capitael waer aft de intressen tegens vijff procent ten hondert tot den 1 april 1666 zijn voldaen quoteert met F f 100-00-00 
Een hantschrift van den 18 november 1664 op Jan Freercks schoenmaker alhier tot drie hondert caroliguldens hooftschuld staende tegens vier tenn hondert 't intressen tot den jare 1665 betaelt met G quoteert f 300-00-00 
Een hantschrift op Jetse Huyberts slachter cum uxore tot vijffhondert gulden capitael tegens tien stuivers ter maent ten hondert tot den 5 january 1666 betaelt gedateert de 31 januari 1665 quoteert met H f 500-00-00 
[0258r] Een hantschrift de dato den 13 november 1665 op Foppe Foppes rentemeester van 't weeshuys in qualiteit als admi[ni]strator van de Compagnye van de Linbaen buiten de Bilpoort ter somma van sestien hondert caroliguldens sorte staende tegens tien stuivers pro cento maentgelt, quoteert met J f 1600-00-00 
Een hantschrift op Rogier Jacobs Haspelman alhier tot een hondert caroliguldens capitael gedateert den 20 marty 1665 zijn betaelt, quoteert met K f 100-00-00 
Noch een hantschrift van den 21 november 1664 op Jan Freercks schoenmaeker cum uxore ter somma van vijff hondert guldens staende tegens vijf (doorgehaald hondert) procent tot den 21 november 1665 betaelt, quoteert met L f 500-00-00 
[0258v] Een obligatie vn den 13 november 1660 op de vroedsman Pytter Hilckes cum uxores ter summa van vijffhondert caroliguldens sorte staende tegens vijff procent 't intressen tot den jare 1665 betaelt met M, gequoteert f 500-00-00 
Twe obligatien de dato den 1 july 1658 ende de 1 mey 1661 respectievelijk op Paels Bauckes te samen ter somma van twaleff hondert gulden capitael ende hondert twintigh gulden intres waeraf twintigh accoort met de andere creditoors van voornoemde Paels gemaeckt sal werden geremitteert seventien ten hondert blijft na deductie dies f 1095-12-00 in verminderinge welx den 9e juny 1666 is ontfangen twehondert twe hondert vijffentseventigh acht penningen zulx dat noch suiver terest blijft, quoteert met N f 420-07-08 
[0259r] Een obligatie tot laste deser Lantschappe van Fryslant gedateert den 10 aprilles 1666 ter somma van vijff hondert gulden capitael staende tegens vijff pro cent, quoteert met O f 500-00-00 
Een hantschrift tot lasten van Willem Jacobs de Cocq ter somma van sesendartig gulden de dato den 3 januari 1666, quoteert met P f 36-00-00 
Een annotatie van wijlen Jacob Jansen de Cocq tot laste van des selfs zoon Willem Jacobs de Cocq ter somma van een hondert twee caroliguldens elleff stuivers hem op verscheiden tijden verstreckt alsmede wegens 't gene voor hem aen Vlasblom betaelt die uit wijsinge de annotatie hem Willem in sijn erfenisse sal worden gecort, quoteert met Q [doorgehaald : 102-00-00] 
De post comt wegens dese annotatie ten laste van Willem de Cocq dan twaliff gulden drie stuivers f 12-03-00 
[0259v] Een hantschrift op voornoemde Willem Jacobs de Cocq tot ses guldens ses stuivers de dato den 8 augustii 1666, quoteert met R f 6-06-00 
Drie hantschriften staende op een sedulle de dato den 27e marty 1660 den 2e october en den 21 november 1661 ter somma van vijff gulden 15 stuivers, quoteert met S f 5-15-00 
Een hantschrift tot laste van deselve dato den 26 september 1663 continerende de somma van negenen seventigh caroliguldens 13 stuivers, quoteert met T f 79-13-00 
Een dito tot laste van deselve de dato den 17 february 1666 ter somma van drie gulden 3 stuivers, quoteert met V f 3-03-00 
Een hantschrift op deselve ter somma van vijftien guldens gedateert den 8 october 1666, quoteert met interim f 15-00-00 
[0260r] Een quitantie bij Saeke Romkes gepasseert aen Jacob Jansen de Cocq tot laste van deselve sijn zoon Willem Jacobs de Cocq ter somma van ses caroliguldens 18 stuivers de dato den 3 januarii 1662, quoteert met W f 6-18-00 
Een hantschrift tot laste van dito Willem de Cocq ter somma van vijff caroliguldens de dato den 10 january 1663, quoteert met X f 5-00-00 
Een dito tot vijff caroliguldens de dato den 5e mey 1666 tot laste van deselve, quoteert met Y f 5-00-00 
Een notule van Jacob Jansen de Cocq waer in hij betoont sijn soon Jan Jacobs de Cocq toe te comen vier silveren lepels, een mostertlepeltie, een kindere pennick [0260v] Een silveren visschie ofte tandstokeler, daerop verschoten achtien caroliguldens volgens sedulle, quoteert no 1 f 18-00-00 
Een sackie met brieven, quitantien ende notitien van onfangh ende uitgaef bij wijlen Jacob Jansen de Cocq ende des selfs naegelaeten weduwe Claeske Lolles gehat wegens Jan Jacobs in sijn absentie volgens procaratie van den 29e februarii 1664, quoteert met no 2, hier pro memoria 
Een hantschrif tot laste van Jan Jacobs de Cocq ten somma van vijff ende twintigh caroliguldens de dato den 20 januarii 1660, quoteert met no 3 f 25-00-00 
[0261r] Een annotitie tot laste van Jan Jacobs de Cocq wegens gelt op verscheiden tijden hem verschoten ter somma van sestien guldens, quoteert met no 4 f 16-00-00 
Een sedulle to laste van deselve wegens verstreckte gelden so tot uit redinge tot sijn reys na Oost-Indien als hem in Texel gesonden de somma van dartigh caroliguldens, quoteert met no 5 f 30-00-00 
 
Gerede penningen in 't selve cantoor bevonden 
66 a 3-03-00 f 207-18-00 
73 a 2-10-00 f 182-10-00 
20 valueerde rijxdaelders a 2-11-00 f 51-00-00 
30 a 1-08-00 f 42-00-00 
---------- 
483-08-00 
 
[0262v] een a 15-00-00 f 15-00-00 
4 a 5-00-00 f 20-00-00 
2 a 4-10-00 f 9-00-00 
wegens uitdeilinge van Hendrick Tuenis ontfangen f 45-15-00 
14 a 2-11-00 f 35-14-00 
een dubbelde gouden Elisabeth f 24-00-00 
een gouden rosenobel f 11-00-00 
2 a 6 gulden f 12-00-00 
een a 10 caroliguldens f 10-00-00 
2 dubbelde merckstucken Deens gelt f 3-04-00 
2 Spaense cluiten f 4-16-00 
drie marck f 2-08-00 f-08-00 
aen paiement f 6-08-00 
 
[0263r] Zijnde onder dese gerede penningen mede gerekent de hondert caroliguldens cum intressis de Focke Reiners van Tzumarum als reste van meerder somma noch op sijn obligatie ter reste was ende tot volle betaelinge van dien, hier pro memorya 
 
Gerede penningen in de groote kiste nae gedaene ontsegelinge bevonden 
952 1/2 a 3-03-00 f 3000-07-08 
112 a 5-00-00 f 560-00-00 
68 gouden so heele als halve ducatons a 15-00-00 f 1020 -00-00 
5 1/2 rosenobel a 11-00-00 f 60-10-00 
een a 13-00-00 f 13-00-00 
[0263v] Een gouden Jacobus a 13-00-00 f 13-00-00 
6 Engelse rijxdaelders f 15-00-00 
 
In een clein eecken caske nae gedaene ontsegelinge bevonden 
15 sloopen 
3 pueldoeken 
6 tafellakens 
4 handoeken 
11 groote kinderdoeken 
18 cleine dito 
6 kindere schorteldoekies 
[0264r] 5 mans nacht mutsen 
een pack mans ondercleeren 
10 dassies 
4 nuesdoeken 
2 kinderemutskes 
3 servetten 
 
In de eken kevy nae gedane ontsegelinge bevonden 
 
Silverwerck 
28 silveren lepels 
drie silveren eierlepelties 
2 silveren kroesen 
2 silveren brandewijns croeskes 
een silveren tandstokeler, oorlepel ende signet aen malkanderen vast 
 
[0264v] Linnen etc 
16 bed laeckens 
1 dito 
4 tafellakens 
een pueldoek 
12 serwetten 
een groote handoek 
4 mans hembden 
een stuck wit gebleeckt linnen langh 1/2 ellens 
 
Wollen etc 
een pack swart laeckens cleeren 
een swart lakens waembaeis [= wambuis] met gladde mouwen 
een roodscharlakens hembdrock 
[0265r] 2 paer hosen 
 
Op de opcammer in de eeken cas nae gedane ontsegelinge bevonden 
19 slaaplaekens 
11 tafellakens 
6 pueldoeken 
24 sloopen 
43 serwetten 
19 nuesdoeken 
een lap grou dopies 
een lapke fijn dito 
een stuck rij linnen langh 49 1/2 ellen 
[0265v] 6 butterpanties 
3 cleine Oost-Indische schuttelties 
2 dito kelckies 
4 witte bemaelde schalen 
een kantie 
2 messchen kandelers 
een doos met enigh kindegoet 
3 glaasen 
een ruft 
een swachtel 
2 tafelakens 
 
[0266r] Parten scheeps 
anderhalff 64 part aen 't schip van Jan Lolles 
1/30 e part aen't schip van Douwe Pytters tot Harlingen 
1/64e part aen Hendrick Tonis gevoer schip 
 
Lasten van 't sterffhuys 
Focke Martens coomt wegens het dootvat van wijlen Jacob Jansen, per quitantie van den 3e october 1666 bij de weduwe betaelt f 16-00-00 
Lijskke Fransen voor gehaelde bieren volgens quitantie van den [niet ingevuld] f 5-07-08 
20e november 1666 door de wedu betaelt 
[0266v] Jan Freercks schoenmaker ter saeke geleverde schoenen, volgens specificatie f 6-06-00 
door de wedue den 4e december 1666 betaelt 
Fedde Tieerds coomt volgens specificatie meldens daerop staende quitantie f 95-00-00 
van den 22 November 1666 bij de weduwe betaelt. 
Jurien Sijborgh ter saeke geleverde wijn volgens quitantie door de weduwe betaelt den 20 november 1666 f 18-07-08 
Aen schorstiengelt betaelt ende voor hooftgelt te zamen f 6-08-00 
Jan Wybbrens meester cleermaaker coomt voor maakloon van een mantel door weduwe per quitantie betaelt f 3-05-00 
--------- 
f 150-14-10 
 
[0267r] Greytie Poppes dienstmaeght, in 't sterffhuys door de weduwe betaelt op den 21e november 
1666 voor verdiende loon f 15-00-00 
Sieds Pytters appotheqer betaeld voor medicamenten caroliguldens uit specificatie ende quitantie 
van den 25e november 1666 f 5-08-04 
Noch bij de weduwe kleinicheden van dootschulden volgens haer aentekeninge betaelt f 18-18-08 
---------- 
39-06-12 
 
[0267v] Den 7 december 1666 voor noen, heeft de burgemeester Bartel Lantingh als commissaris beneffens de secretaris Wringer zich vervoeght in 't sterfhuys van wijlen Jacob Jansen de Cocq ten versoeke van de weduwe ende erfgenamen. In welck doende de weduwe aan haer kant d' erfgenamen namentlijck Willem Jacobs de Cocq, coopman Aebe Pytters als curator over 't kint van Jan Jacobs de Cocq uitlandigh zijnde, ende Fedde Tieerds curator over Lolle Jacobs ter andere sijden, overeen sijn gecomen ende hebben eenparich bestemd dat de huysinge voor als noch sal blijven onvercocht ende de huysgeraden ende inboelen ter naester gelegenheit zullen werden bij boelgoet vercocht, voor so vele overich blijven naa warderingh van die, soo de weduwe, als Willem de Cocq begeeren te holden ende op de warderinge sullen mogen annemen [0268r] dat voorts mede over zes weeken door de secretaris Wringer (dien daertoe bij eenparige stemme wert gelastidight) publice zullen werden verkocht de drie parten scheeps, sullende op dato naa noen getreden werden tot betalinge van de legaten uit de gerede gelden ende de overige gelden gedeilt, opdat die niet langer vruchteloos blijven leggen 
 
Actum uit supra