Harlingen, bewoners

Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit verscheidene bronnen in het Harlinger Gemeentearchief. Ze zijn bijeengezocht en verwerkt door Jan van Wilsum, voormalig gemeente-ambtenaar bij de afdeling Burgerzaken aldaar. In de loop der jaren voerde hij uit hoofde van zijn functie de nodige genealogische en historische zoektochten uit en hield daar aantekeningen van bij. In zijn vrije tijd werkte hij de aantekeningen uit en rubriceerde hij alles wat hij gevonden had.

Het resultaat is een lijst van meer dan 50.000 eigennamen met daarbij vermelding van gebeurtenissen en vindplaatsen. De vindplaatsen worden aangegeven met een vermelding zoals 'B.S. voor Burgerlijke Stand', of met een boeknummer zoals 'GAH650', verwijzend naar inventarisnummers uit 'Harlingen, inventaris der archieven', door mr. H.T. Obreen, uitgegeven door A.J. Osinga, Bolsward, 1968.

Tip van een lezer: als bij overlijden 'ongehuwd' wordt vermeld, kan dat ook betekenen dat iemand weduwe of weduwnaar was. Blijven zoeken dus!

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op



voorna(a)m(en)  familienaam info
Jan Tamboeser mogelijk dezelfde als hieronder vermeld; geboortig van Leeuwarden, voor borger aangenomen, hebbende de borgereed gepresteerd in handen van pres. burg. Steensma, en de gerechtigheid betaald tot f. 10:10:0 aan de GR, op 18 nov 1771. (burgerboek); gebruiker van wijk F-162; medegebruiker H. Tamboeser; eigenaar is T. Stephany erven, 1814. (GAH204); afsluiting weesboeken: aldus gedaan, gerekend en geslooten in de vergadering der Magistraat, gezwooren gemeente en gecommitteerde Vroedschap ter presentie vd Weesvoogden d. 3 Febr. 1779. In kennisse de hand vd rendant, benevens de vertekening van welgem. vergadering en voogden, mitsgaders de subscriptie van mij secr. Was getekend: A. de Haas, J. van Slooten, E.F. Harkenroth, Sijbout Hoornstra, F. Acronius, J.T., Sjoerd T. Schrik, J.D. Toussaint, Sierk Laquaart, L.W. Steensma, Sijds Schaaff, S. Bosscha, Klaas Heins, Joost Gonggrijp, Hein Mollema, ter ordtie vd Magistraat, A.J. Conradi. (GAH1109); afsluiting boek stichting nieuwe kerk: uitgave bedraagt 75733 -1:0, ontvang bedraagt f. 58883:2:4, zoodat de meerdere uitgave bedraagt f. 16849:18:11, welke de rendant in de ordonaris grote Stadsrekening voor uitgave zal moeten overbrengen. Aldus gedaan gerekend en gesloten id vergadering vd Magistraat, gezworen gemeente en gecommitteerde Vroedschap op den Raadhuize binnen HRL. In kennisse des rendants hand, benevens de vertekening van welged vergadering, mitzgaders de subscriptie vd gezworen clercq den 5. Januar. 1779. Was getekend: A.J. Conradi, J.D. Toussaint, J. van Slooten, L.W. Steensma, E.F. Harkenroth, Syds Schaaff, C. Aardenburg, F. Acronius, H.W. van Plettenberg, Bosscha, J.T., Joost Gonggrijp, F. vd Brugh. (GAH1060); woont in 5e quartier, huisno. 8, heeft 2 huisbedienden, belasting: f. 2:10:0, 1 may 1802, may 1803. (in 1803 vermeld met voorletter: M; ) may 1805; (GAH650); op lijst van Vierentwintig Stuivers Voor den 12 sep 1796, 5e quartier: f. 168:0:0; in hetzelfde boek ook vermeld met: f. 180:0:0 (GAH650); woont in 5e quartier, links: f. 0:8:0, rechts:. -15:0; Rijtuigenreg. 1795-1805; afsluiting weesboek: Dus geblijkt dat bij den Rendant meerder ontfangen dan uitgegeeven is eene Somma van f. 630:7:0, welke dezelve in zijne volgende rekening voor ontvang zal moeten brengen. Aldus gedaan, gerekend, en geslooten, in ''s Gerechts Vergadering op den Raadhuize binnen HRL den 17 mrt 1797. In kennisse des Rendants en Rendeerdens handen en de verteekening der 2de gesw:Clercq ter secretarije. Was getekend: IJpe Feddema rendant, G. Pettinga, P.J. Coulbout, Lamb. Albada, W. Vettevogel, Hendrik W. Blok, Paulus Wellinga, J.T., D. Hendriks, Paulus G. de Boer, Marten Bos, S. Wyma, H. Tamboezer, gesw:Clercq (GAH1128); Dingsdag den 19 sep 1797; Het Geregte Extra ordinaris Vergadert zijnde, wierde voorts door den Burger J.T. als Praesident van de Commissie van binnenlandsche Correspondentie alhier, in ''s Geregts Vergadering geproduceert eene missive van de Commissie van binnenlandsche Correspondentie uit het Provinciaal Bestuur van Friesland, Waar bij eene Quintie Jansen de Huisvrouw van Floris Fransen, welke door eerstgemelde Committ? wegens gepleegde brutale uitdrukkingen, en gebezigde Expressien aan de Publicque Straat, gearresteerd was, ter Straf aan het Gerecht gerenvoyeerd; Waarover gedelibereerd zijnde wierd goedgevonden om voorz:Quintie Jansen zo uit hoofde der begaane malversatie bovengedagt, als dat zij zich geduurig in de Sterke drank te buiten gaat, met eene detentie voor drie etmaal te water en te brood in de Pekelkuip te Straffen, en is deeze Condemnatie haar in ''s Geregts Vergadering aangezegd. (GAH43); Maandag den 11 decembr 1797; Het Gerechte Ordinaires Vergadert zijnde, wierden nog aan den Procureur Tuininga ten zijnen koste geaccordeert, drie Extracten uit het Exes. boek, als meede een uit het Resolutieboek deezer Steede, mogelijk in Suppositie van hem, dat de eerstgemelde Zoude kunnen dienen ten nadeele van den Burger J.T., en ''t laatstgenoemde ten beswaare van de 1e Clercq Feddema. (GAH43); Donderdag den 18 Jannr 1798; Het Gerechte ordinaris Vergadert zijnde, wierde voorts door de Burgers Pettinga en J.T., ter Vergadering uitgebragt navolgende Rapport; Aan het Gerechte der Stad HRL. Burgers ! de ondergetekenden Ulieder meede Leeden, /door den mond van den Praesident den 11 deezer, naamens deeze Vergadering Verzogt zijnde, om ons te vervoegen bij den Burger J.R. Fungeerende in qualiteit, als Boelgoedsontfanger, ten einde nauwkeuriglijk te onderzoeken, de Staat en Toestand van gedagte Comptoir, en of daar uit niet weder konden worden gerestitueerd, de aan vermelde Comptoir uit Stads Casse Verschotene gelden/deelen Ulieden het navolgende mede voor Rapport: dat door ons zeer nauwkeuriglijk onderzogt zijn, de Boeken van het vermelde Comptoir, en bevonden dezelve in de juiste ordre: naar Examinatie gebleek het ons ten duidelijksten, dat op het voorige Jaar, tot 1 nov In het Burger Maandboek op onderscheidene Persoonen (grootendeels Houtkoopers, en veel al bekend voor Valide Lieden) eene Praetentie is van f. 6245, - en 14 daagens Boek f. 809, -, zijnde dus te Zaamen f. 7054, -; Daar en tegen is op gedagte Sum geen schuld, als zijnde de Houtveilingen(waar uit grootendeels deeze praetentien zijn voortgekoomen) voldaan wat betreft het 14 daagens boek, hier van is het overgenoeg bekend, dat zulke penningen dadelijk naar dat de goederen verkogt zijn, aan hun wien goederen hebben laaten verkoopen, worden uitgeteld, zijnde het daar en tegen zeeker, dat veelen wien in het 14d: Boelhuis koopen zeer zelden binnen drie maanden betaalden; Dat de Houtkopers niet op de tijd de gelden hebben bezorgd, is ten deele toe te schrijven, omdat Zijlieden doorgaans (om de reisen te Vermijden) van de eene Veiling tot den andere) hiermede Wagten: en in de gepasseerde Herfst zeer laat in de tijd (zoo als men verwagt had)geene houtveilingen zijn gehouden, ook kunnen zij Lieden met Recht de Gelden tegen ''s Procento (volgens Boelarticulen)(naar de Ses Weeken binnen welke anders moeten betaalen)de tijd van 6 maanden te laaten Staan zonder dat, (ten zij invalide Persoonen zijnde) kunnen worden aangesprooken, Een gedeelte der penningen kunnen in de eerstkoomende Maand feb worden ingevordert, dog de grootste helft is niet voor de Maand apr ontvangbaar: Wat het Boel Comptoir Zedert den 1 Noveembr betreffe, wij zullen niet ontkennen, dat er Zedert dien tijd nog al aanmerkelijke Verkoopingen zijn gehouden dan bestaan (behalven een Klein Burger boelgoed waar van al mede onder korting door de Verkoopers de gelden zijn ontvangen en de 14d:boelgoeden, welke als vooren is gezegd, dadelijk worden voldaan)uit goederen van alhier in Avazie Zijnde Scheepen, welke gelden mede door de Verkoopers ter goedmaking van kosten, spoedig worden ingevordert, Zijnde de bijkas en van tijd tot tijd door het Comptoir ingebeurd wordende gelden nauwelijks toereikende; -wij erkennen tevens wel(en zulks brengen wij U Lieden met een groot genoegen onder het oog, dat de Stuiver gelden nog al eene aanmerkelijke Sum uitmaaken, als zijnde zulks in den voorigen Jaare geweest, Zoo van Particulieren, Hout- en 14dg:Boelgoederen eene Summa van drie Duizend Zeven hondert en tien Guldens, tien Stuivers, dan zulks is niet toereikende geweest, om het Capitaal van f. 7054 :0:0, hetgeen het Comptoir had kunnen bij Cas hebben, indien allens Rigtig Was voldaan, te kunnen Stoppen, Uit al het vooren gemelde, Zal het/:onses inziens/UWL genoeg geblijken, dat het verschot, Zo uit Stads Cas als van Twee particulieren tegen maandgeld ontfangen Zeer noodzakelijk was, en voor als nog door ht Comptoir aan het Stads Comptoir niet kan wroden gerestitueerd, ten zij men(zoo als wij UWLieden voorstellen, behoudens beter weeten)voor het Boelgoedscomptoir onder Guarantie van de stad, bij Particulieren, voor Twee a drie maanden tegen behoorlijk maandgeld, tragte te bekoomen, eene Summa van drie duisent gulden; Hiermede Vermeenen Wij aan Ulieder intentie te hebben voldaan, en noemen ons naar toebede van Heil Ulieder Medeburgers G:Pettinga, J:Tamboeser; Waarover gedelibereerd, en gedagte Burgers voor hun gedaan Rapport bedankt zijnde, goedgevonden wierd, dezelve Commissie te authoriseeren, zoals geauthoriseerd worden bij deeze om voor de tijd van drie maanden, ten behoeve der Stad, een Summa van drie duizend Guldens te negotieeren. Wordende de Verdere Schikking als mede de bepaaling der Intrest hieromtrent aan gedagte Commissie, overgelaaten. (GAH43); Donderdag den 18 Jannr 1798; Het Gerechte ordinaris Vergadert zijnde, bij resumtie gedelibereerd zijnde, op een uitgebragt rapport door de Burgers J.T. & D:Hendriks over de instandhouding der groote mastkraan staande aan de Zuiderhaaven nevens de Ossemarkt binnen de Stad HRL, beneffens een daar bijgevoegde Instructie voor de kraanbaas, is na rijpe deliberatie goedgevonden zig met ''t opgemelde rapport en Instructie te Conformeren, en dies volgens te arresteeren dat gemelde kraan met uitsluitinge van andere daar toe konnende gepractiseerd worden de Instrumenten zal ge?mployeerd worden agtervolgens zodanige articulen hier na volgende; Ten Eerste: Dat de priviligie ofte Octroy bij voorige Publicatie aan de groote Mast kraan (Staande aan de Zuiderhaaven nevens de Ossemarkt binnen deese Stad)Verleend, en nu andersins ge?xpireerd zijnde, bij deezen op nieuw Verleend word, voor de tijd van 25 Jaaren, inte gaan bij het arresteeren deses; Ten Tweeden: Dat ingevolge dies, aan elk en een ijder verboden word geduurende dien tijd Sonder Speciaal Consent van den Gerechte om eene dergelijke Machine ''t zij groot ofte klein aan of in de beide haavens dezer Stad op te rigten, te plaatzen ofte houden, gelijk ook meede verbooden word, zoo als verbooden word bij deesen, dat geduurende voors:Termijn van Jaaren geene hogenaamde Instrumenten ''t zij Ligter, Mast, bok of wat ook verder tot ligten of mast uit en inzetten zoude konnen gepractiseerd worden, in deze Stad, aan te leggen of te houden om daar meede iets dergelijks te Exerceeren ofte doen Exerceeren; Tertio: En daar dus de groote mast kraan alleen gepreviligeerd is, om tot uit en insetting van masten, Sampt Ligten van Steenen en Vaaten etc. ge?mployeerd te worden, zoo heeft het Gerechte goedgevonden te Statueeren en vast te Stellen navolgende taux: Als van ??n mast van 23 Palm f. 23:0 -; - 22 Palm - 22:0 -; - 21 Palm - 21:0 -; - 20 Palm - 20:0 -; - 19 Palm - 19:0 -; - 18 Palm - 17:0 -; - 17 Palm - 15:0 -; - 16 Palm - 12:0 -; Een voermansmast of diergelijke - 3:0 -; Voor een Smal of Schuiteschip - f. 4:0:0, Zijnde in alle gevallen het uitzetten der oude masten daar onder begreepen, Edog wanneer de masten met Staggen en Wand worden ingezet zal er nog boven het gemelde kraangeld betaald worden als van mast van 23 Palm f. 5:0 -; - 22 Palm - f. 4:10:0 - 21 Palm - 4:0 -; - 20 Palm - f. 3:10:0 - 19 Palm - 3:0 -; - 18 Palm - f. 2:10:0 - 17 Palm - f. 2:5:0 van 16 tot 12 Palmen - 2:0 -; 4. Dat Wijders van alle Pakken vaaten of steenen weegende beneeden de: 2000 lb zal betaald worden: f. 3:0 -; van 2000 tot 3000 lb - f. 3:10:0 van 3000 tot 4000 lb - 4:0 -; van 4000 tot 5000 lb - f. 4:10:0 van 5000 tot 6000 lb - 5:0 -; van 6000 tot 7000 lb - f. 5:10:0 van 7000 tot 8000 lb - 6:0 -; van 8000 tot 9000 lb - f. 6:10:0 van 9000 tot 10.000 lb - 7:0 -; En verders na rato-Dog zo de kraanbaas (met overleg blijkens zijn Instructie)goedvond hier over accoord aan te gaan om in eenen aan te neemen zal zo iets aan hem gedemandeert zijn en blijven tot nader order; 5. Dat de kraanmeester alleenlijk met behulp van Scheepsvolk of Sjouwers de Lijns zullen moeten inscheeren, dog de Sjouwers loonen die vereischt worden tot het werkelijk uit en inzetten van een mast, Sampt Steenen vaten of pakken zullen door de Schippers aan de kraanbaas worden gerestitueerd boven het kraangeld; 6. Dat geen Scheepstimmerman zal vermoogen geduurende voorgemelde getal van Jaaren door middel van een Bok of ander Instrument, een mast in een Schip (behalven een Lands Oorlogsschip) te zetten of te helpen zetten ten zij de helft van het kraangeld zoals hier booven bepaald is, aan de Eigenaars der kraan worde voldaan, waar voor zodanige gildebroeders zullen responsabel zijn en daar en boven Verbeuren ieder Ses CarGuldens ten voordeele der gemeene Stads armen; 7. Dat de mast na behooren in ''t Schip gezet zijnde, de Schipper niet langer onder de kraan zal moogen blijven leggen, maar zoo spoedig als doenlijk is, meteen plaats maaken; 8. Dat van alle Besaans agtermasten van Coffen betaald zal worden drie gulden, van Smakken van 50 tot Sestig Last f. 2:0:0 boven de 60 Last f. 2:10:0 blijvende de Schippers in dit geval vrij of zij de kraan willen gebruiken, of niet; Aldus gedaan, geresolveerd en gearresteerd den 17 jan 1798; Instructie voor de Kraanbaas van de Groote Mast kraan, Staande bij de Ossemarkt binnen de Stad HRL; Art. 1. de Kraanbaas zal gehouden weezen, om ten allen tijden praesent bij de kraan of althans bij der hand te zijn, ten einde elk en ijeder die de dienst van den kraan begeerd, terstond ten dienste te staan en op de Spoedigste wijze te Expedie?ren; Art. 2. dezelve zal verpligt zijn goede en getrouwe toezigt te houden, op de goederen en Instrumenten, die bij de kraan behooren niet alleen, maar ook eene Juiste en Specificque Inventaris houden van alle die goedren, op welke Inventaris hij de van tijd tot tijd aangeschafte goederen accuraat zal boeken, en verantwoording van de Versleetene doen, die ten voordeele van de Eigenaars moeten verkogt worden; Art. 3. de kraanbaas zal gehouden zijn wanneer hij oordeeld, dat eenige Merkelijke reparatie aan de kraan Was-Bloks ofte Jijns moeten geschieden, in deezen met overleg van den Stads bouwmeester te werk te gaan en verpligt zijn, de materialen bloks of Touwwerk bij of van dezulke in te koopen, waar zij dezelve tot de modiegste prijzen kunnen bekoomen, zullen geene der Eijgenaars eenige materiaalen aan de kraan Wal of Jijns, mogen Leeveren om zoveel moogelijk alle quade Verdenkingen werden voorgekoomen; Art. 4. de kraanbaas zal verpligt zijn, hem in het invorderen van kraangeld Stipt te gedraagen na de taux in de Praevilegie of Octroybrief de dato den 17 jan 1798 vermeld, en indien hij zig hier in mogte te buiten gaan, zal dezelve na exigentie van zaake gecorrigeerd worden. Egter, zal het hem vrij staan omtrent het in en uitzetten van Steenen Vaaten of pakken, een accoord over het geheel met de Schippers of Capiteins na billijkheid te maaken; Art. 5. de kraanbaas zal van den Ontfang der Verdiende kraangelden behoorlijke aantekening houden, en daar te booven van tijd tot tijd zo dikwerf den kraan gebruikt word aangaave aan den Stads Bouwmeester doen en dezelve in natura opgeeven, wat werk er verrigt en wat geld daar aan verdiend is, dat als dan door de Bouwmeester Exact zal geboekt wordne; Art. 6. Dat de kraanbaas boven de daggelden die hem van die geene die de kraan gebruikt, alles in de gem:Octrooybrief breeder gededuceerd moet betaald worden, nog zal genieten van het Verdienst of kraangelden ''s Jaarlijks van ijder f. 100:0:0 Guldens Tien procento; Art. 7. Eindelijk zal de kraanbaas gehouden zijn, Jaarlijksche Rekening bewijs, en Reliqua van zijn ontfang en uitgaaf aan de houder der Stads Correspondentiebeurs, in praesentie van Commissarien het het Geregte in Qlt:als Eijgenaars derhalve kraan te doen, bij welke rekening den Bouwmeester als Contra Boekhouder tegenwoordig zal zijn; Art. 8. Dat de aanstelling van de kraanbaas alsmede zijn Instructie Slegts provisioneel zal zijn reserveerende het Gerechte aan zig, om na tijds omstandigheid of bevinding van zaken over het een en ander te beschikken; Aldus gedaan en gearresteerd op den Raadhuize binnen HRL op dato Ut supra. (GAH43); Maandag den 22 jan 1798; Het Gerechte ordinaris Vergadert zijnde, wierde nog uit aanmerking dat hier ter Steede voornaamentlijk ontstaande uit hoofde der menigte van binnengragten, geduuriglijk Menschen op eene zeer ongelukkige wijze in het Waater omkoomen, goedgevonden om eene Commissie te benoemen ter fine om zo mooglijk middelen uit te vinden waar door Zodanige ongelukkigen Welke in het water koomen te vallen, daadelijk hulp en reddinge zoude kunnen werden toegebragt, alles op Rapport aan het Gerechte, en is deeze Commissie gedecerneerd op de Burgers G:Pettinga en J.T. (GAH43); Donderdag den 15 feb 1798; Het Gerechte Ordrs:Vergadert zijnde, wierde voorts door den Burger J:T. in ''s Gerechts Vergadering geprodeceert, een Rekening van de bij boelgoed Verkogte goederen van de Bildplaats benevens de gelden ter Zumma van f. 12:12:0 daar voor geobtineerd. (GAH43); Donderdag den 15 feb 1798; Het Gerechte Ordrs:Vergadert zijnde, Wierde nog aan de Burger J: T. en Pettinga door het Gerechte een Schuldbrief gepasseerd van een duizend en vijfhondert CarGuldens, voor de tijd van drie maanden, tegens een maandelijksche Intrest van 8 Stuivers pr Cto ende zulks wel uit hoofde, dat gedagte Burgers, op haar eigen naam eene gelijke Summa tegens dezelfde Intrest hedden genegotieerd van de notaris Sijbe Visser, ten fine om voor de stad te werden ge?mployeerd, ingevolge Authorisatie de dato den 18 Janrij 1798 op haar Verleend. (GAH43); Donderdag den 1 mrt 1798; Het gerechte der Stad HRL ordinaris Vergadert zijnde, wierde door de Burgers G:Pettinga en J.T. ter Vergadering uitgebragt navolgend Rapport, in Scriptis; Rapport aan het Gerechte der Stad HRL; Burgers ! de ondergetekenden, gecommitteerd, om te examineeren het Request, door de Burger A.J. Conradi, ontfanger van het Verhoogde Last en Veilgeld ter deezer Steede Resideerende behelzende Verzoek dat Eensdeels (om aangevoerde redenen) mag gelibereerd worden van de Jaarlijksche uitkeering aan de Correspondentie aan de f. 180:0:0 :en anderdeels dat aan hem mag gerestitueerd worden de f. 180:0:0 : welke door den zelven wegens de rekening van het voorige Jaar aan de Correspondentiebeurs heeft uitgekeerd:-brengen ter deezer Vergadering het navolgende voor Rapport en Praeadvies:- Dat van gedagte Post, door den Lande word gegeven f. 300:0:0 : voor de Administratie, Waar van aan P:v:d:Straaten als Ontfanger voor deeze Stad word voldaan f. 80:0:0 : dat den Burger A:J. Conradi ontfanger Generaal voor dit gewest is:-Dat de zelve ''s jaarlijks met alle de onderscheidene ontvang van Friesland moet afrekenen:- dat denzelven vervolgens de gelden aan het gener:Comptoir in ''s Haage ten sijnen noed, en pericule moet doen bezorgen voor welke bezorging, en ter hoeding van porten, Papier, en boeken, word voldaan 56 guldens: welke Sum onzes inziens Slegts Toereikende zal zijn, indien het genoeg is, om te voldoen; - Dat vervolgens overblijven voor de geheele Administratie de Summa van f. 40:0:0 : hebbende Zinds den jaare 1794 de uitkeering aan de Correspondentiebeurs Zijn aanvang genoomen, en wel om redenen dat den old Secretaris M:van Idsinga(aan wien door A:J:Conradi) een aanmerkelijke Sum ''s jaars wierd uitgeteld, was overleeden, en ten dien tijde in de volle voordeelen van het boelgoeds Comptoir kwaame; wij erkennen Burgers, dat f. 40:0:0 geene bezolding is, voor Zulk eene administratie, voor al niet, naardien den ontvanger ontbloot is van die voordeelen Welke dezelve voormaals genoot, weshalven wij Concludeeren dat het Eerste voorstel namelijk de bevrijding van de uitkeering Aan de Correspondentiebeurs behoorde te worden geaccordeerd, dog omtrent het tweede versoek namelijk om Restitutie van f. 180:0:0 welke in den voorigen Jaare zijn uitgekeerd, behoorde te worden geweezen van de hand, en wel om redenen dat den Ontfanger Conradi in dat Jaar nog groote voordeelen uit het Boelgoeds ontfang heeft genooten: En dat hier van aan den ontfanger Conradi, bij Extract Resolutie kennisse zal worden gegeven, dit voor Rapport van Uwe Heilwenzende Medeburgeren; Waarover gedelibereert, en de Commissarien voor hun uitgebragt rapport bedankt zijnde, wierde beslooten, zich met het zelve Rapport te Conformeeren en dies volgens het Request van den Burger Conradi met het navolgende Appoinctement uit te geeven: ?Het Gerechte Libereerd den Suppliant ingevolge het 1 ste Poinct van deszelfs Versoek van de jaarlijksche uitkeeringe van de f. 180:0 - te beginnen met het Jaar primo 1798 verscheenen, Werdende het tweede poinct geweezen van de hand. (GAH43)