Harlingen, bewoners

Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit verscheidene bronnen in het Harlinger Gemeentearchief. Ze zijn bijeengezocht en verwerkt door Jan van Wilsum, voormalig gemeente-ambtenaar bij de afdeling Burgerzaken aldaar. In de loop der jaren voerde hij uit hoofde van zijn functie de nodige genealogische en historische zoektochten uit en hield daar aantekeningen van bij. In zijn vrije tijd werkte hij de aantekeningen uit en rubriceerde hij alles wat hij gevonden had.

Het resultaat is een lijst van meer dan 50.000 eigennamen met daarbij vermelding van gebeurtenissen en vindplaatsen. De vindplaatsen worden aangegeven met een vermelding zoals 'B.S. voor Burgerlijke Stand', of met een boeknummer zoals 'GAH650', verwijzend naar inventarisnummers uit 'Harlingen, inventaris der archieven', door mr. H.T. Obreen, uitgegeven door A.J. Osinga, Bolsward, 1968.

Tip van een lezer: als bij overlijden 'ongehuwd' wordt vermeld, kan dat ook betekenen dat iemand weduwe of weduwnaar was. Blijven zoeken dus!

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op



voorna(a)m(en)  familienaam info
Ype Jetzes Rodenhuis geb 1751 Baard, ovl 1 mei 1835 HRL, huwt met Hendrikje Pieters Scheltema, kinderen: Jetze R, geb 1788 HRL, Hinke R, geb 1785 HRL, Bouwe R, geb 1790 HRL, Pieter R, geb 1777 ... , oud burgemeester van deze stad, lid Gemeenteraad en stroleverancier 1803-1807, verkoopt rog- en weitmolen 1800, verkoopt huis en stalling 1800, koopman in 1811, zv Jetze R, en Grietje ... ; BS huwafk. en huw 1811, ovl 1834, ovl 1835, ovl 1845, ovl 1846; kind: Jetse IJpes Rodenhuis, geb 11 sep 1782, ged 8 okt 1782 Grote Kerk HRL; kind: Jetse IJpes Rodenhuis, geb 11 jan 1788, ged 3 feb 1788 Grote Kerk HRL; eigenaar en gebruiker van wijk A-037, koopman, 1814. (GAH204);gebruiker van wijk A-044 en wijk A-045, pakhuizen; eigenaar is T. Gratama, 1814. (GAH204); eigenaar en gebruiker van wijk A-046, pakhuis, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk E-151; gebruikers G.R. Steen, zonder beroep, Harent Pieters vd Sluis, sjouwer, 1814. (GAH204); afsluiting weesboek: Aldus gedaan, gerekent en geslooten in de vergadering van de Magistraat, en gecommitteerde Vroedschappen op den raadhuize binnen HRL den 29 dec 1790. In kennisse des rendants hand, benevens de subscriptie van de Heeren Rendeerden, de Magistraat en Gecommitteerde Vroedschappen, zampt voogden van den Weeshuize, beneffens den secretaris. Was getekend: IJde Feddema, Simon Frieseman, T.S. Stephanij, P. Stroband, Douwe W. Vettevogel, Y.R., J.H. Olinjus, A.J. Conradi, E.F. Harkenroth Menno Vink, Sybout Hoornstra, Sybren P. Molenaar, H. de Waart, J. Albarda, Jan vd Veen. (GAH1122); afsluiting weesboek: Aldus gedaan, etc. Was getekend: IJpe Feddema, R.W. Meintz, E.F. Harkenroth, H. de Waart, Teunis Norbruis, H.R. Binksma, S. Frieseman, Y.R., B. Fontein, A.D. IJpey, Jan Oosterhout, S. Tamboeser, Klaas Heins, Jan vd Veen, P. Andreae, IJ. Hoornstra, 21 jan 1792. (GAH1123); afsluiting weesboek: Dus geblijkt dat bij den Rendant meerder ontfangen dan uitgegeeven is, eene summa van f. 56:6:12. Welke den Rendant, in zijne volgende Rekening, voor ontvang zal moeten brengen. Aldus gedaan, gerekent en geslooten, in de Vergadering van de Magistraat, en gecommitteerde Vroedschappen, op den Raadhuize binnen HRL den 30 January 1795. In kennisse des Rendants, en Rendeerdens handen, en de subscriptie van den secretaris. Was getekend: IJpe Feddema, J.H. Olinjus, IJ.R., Menno Vink, E.F. Harkenroth, S. Tamboezer, Tjepke Gratama, Hendrik W. Blok, Albert W. Bakker, Sijds Schaaff, Dirk Fontein, Teunis Norbruis, H. de Waart, Rein H. Faber, A.J. Conradi. (GAH1126); IJ.J.R. en Hendrikje Pieters Scheltema, beide van HRL, laatst geproclameert op dato dezes 10 apr 1774 HRL; woont in 1e quartier, huisno. 104, heeft 1 huisbediende, belasting f. 1:0:0, 1 may 1802, may 1803, may 1804, may 1805. (GAH650); woont in 1e quartier, links: f. 0:4:0, rechts:. -8:0; Rijtuigenreg. 1795-1805; op lijst van Vierentwintig Stuivers Voor den 12 sep 1796, 1e quartier: f. 25:0:0 (GAH650); ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 108:10:0 voor geleverde gort, 31 dec 1810, quit. no. 40 (GAH1142); onbetaalde ordonnantie van het Weeshuis van IJ.R., (dag. behoeften), 31 dec 1810: f. 127:0:0 (GAH1142); ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 483:1:0 ter Saeke geleverde 451/4 lopen Rogge en 6 lopen gepelde garst, 31 dec 1806, quit. no. 3 (GAH1138); id. f. 357:17:0 voor geleverde Rogge, 10 jul 1807, quit. no. 3 (GAH1139); id. f. 395:3:0 ter Saeke geleverde 50 Lopen Rogge 14 jan 1808, quit. no. 1 (GAH1140); afsluiting Weesboek: Voorenstaande Rekening opgenomen zijnde, is volkomen wel bevonden, zijnde deeze Opneming geschied bij het Gemeente Bestuur, ter presentie van de Weesvoogden, op den Raadhuize binnen HRL den 8 Januar 1808, zullende het voordelig Slot in de volgende Rekening voor ontvang worden gebragt. Was getekend: Minno Vellinga, IJ.R., C.D. Zijlstra, H. Peaux, Jan Willem Douwes, L.C. van Goch, IJ. Hoornstra, A.J. Conradi (GAH1139); ontvangt van de rentmeester van het Weeshuis f. 104:0:0 voor geleverde erweten, 14 nov 1808, quit. no. 63 (GAH1140); id. f. 66:0:0 ter Saeke geleverde pelde garst, 29 dec 1808, quit. no. 78 (GAH1140); id. f. 110:0:0 ter Saeke geleverde Gordt, 6 sep 1809, quit. no. 48 (GAH1141); id. f. 88:0:0, 30 dec 1809, quit. no. 76 (GAH1141); Geëtraheerd uit het Bakkers Zetting Boek der Stad Leeuwarden: Op heeden den 9 may 1799 Compareerden voor ons Gecommitteerden uit de Raad der Gemeente van Leeuwarden, als toeverzigt hebbende op de goede Petitie der Bakkers alhier, de Keurmeesteren van dezelven, en hebben Wij Gecommitteerden de zetting van het Brood, conform de prijs van de middelzoort der weit a 8 gulden, gedaan in manieren als volgt: Een Grouw Weiten Bolle f. 1 pond 11 lood: f. 2:0:6, Duitsche Bolle 26 lood: f. 2:0:6; Fijne Fransch Bolle 28 lood: f. 2:0:10; Regel Wegge op 21 lood: . -2:0; Frans Brood op 19 lood: . -2:0; Alles buiten de Impositie van ''t Klein Gemaal. In kennisse onze handen, (get:) J:Buisman, J. Pulinx Accordeert met voorz: Boek. In kennisse van Premier Clercq (get) E:ter Maat. Met rapport dezelve missive aan de Commissaris over het geweezen Bakkers gilde, den Burger IJ.R. bij receptie gecommuniceerd te hebben om zulks bij de Bakkers te laaten omzeggen (GAH54); de Raad der Gemeente van HRL. Mede-Burgers! Daar de prijzen van de Rogge zodanig gesteigerd zijn, dat eene opzetting van het Roggenbrood, al weeder noodzaakelijk is geworden; -zoo hebben Wij goedgevonden, de prijs van elk Roggenbrood weegende elf pond, te bepaalen op Twaalf stuivers, de mindere, en meerdere ponden nar advenant. en op dat deeze zetting effect Sorteere, gelasten Wij Ul. dezelve op de gewoone wijze, en met den meeste Spoed, aan de Bakkers in Uws Stad bekend te maaken. Heil en Broederschap. de Commissie tot de Administratie der Finantien in het voormalig Gewest Friesland. J. van Hijlckema, vz, Ter ord. tie van de Commissie Bosma, Loco Secr: Waar van copia is gezonden aan de Commissaris van het voormalig Bakkers gilde den Burger IJ.R., om dezelve aan de Bakkers te Communiceeren, do. 16 may 1799. (GAH45); Eindelijk wierde van de navolgende Missive weegens de zetting van het Roggenbrood aan den Burger IJ.R., als Commissaris over het Bakkersgilde, copia gezonden, om daar van aan de Bakkers kennisse te geeven. AAN: de Raad der Gemeente van HRL. Mede-Burgers ! Bij onze Resolutie van heeden, de prijs van het Roggenbrood wegende Elf ponden, bepaald hebbende op dertien Stuivers, de meerdere en mindere ponden naar rato; - zoo hebben wij noodig geoordeeld UL: mitz deezen te gelasten, om aan de Bakkers onder UL ressort wonende op de gewoone wijze daar van de nodige kennisse te doen bekoomen ten einde hun naar gemelde zettinge Stiptelijk te gedraagen, Leeuwarden, 27 may 1799, het 5e jaar der Bataafsche vrijheid. (GAH45); Vrijdag, 7 jun 1799. Is ontvangen navolgende Aanschrijvinge weegens de Zetting van het Tarwen Brood: Geëtraheerd uit het Bakkers Zetting boek der Stad Leeuwarden: ''Op heeden den 6 jun 1799 Compareerden voor ons Gecommitteerden uit de Raad der Gemeente van Leeuwarden, als toeverzigt hebbende op de goede Politie der Bakkers alhier, de Keurmeesteren van dezelven, en hebben Wij gecommitteerden de Zetting van het Brood, Conform de prijs van de middelzoort der Weit f. 9 1/2 gulden, gedaan in manieren als volgt: Een grouw Weiten Bolle f. 1 pond 11 lood: f. 0:2:10, Duitsche Bolle f. 26 lood: f. 2:0:10, Fine Fransche Bolle f. 28 lood f. 2:0:14; Gelijkheid. Vrijheid. Broederschap! de Commissie tot de Administratie der Financien in het voormalig Gewest Friesland, Aan: de Raad der Gemeente van HRL. Mede Burgers! Wij hebben goedgevonden de prijs van het Roggenbrood Wegende Elf ponden te bepalen op Twaalff Stuivers de meerdere en mindere ponden naa nadvenant. en Waar van Wij Ul. door dezen Kennis geven, tevens aanschrijvende, om zonder verwijl daar van de nodige Kennis te doen toe Komen aan de Bakkers, en Ul. Bedrijve, met last aan dezelve om hun daar na te gedragen. Heil en Broederschap, Leeuwarden den 29 jul 1799 Het vijfde Jaar der Bataafsche Vrijheid. Waar van de facto Copia is gezonden aan de Burger IJ.R., als Commissaris over het gewezen Bakkers Gild, met verzoek om zulks aan de Bakkers te willen laaten bekent maaken''. (GAH45); Vrijdag den 20 dec 1799. de Raad der Gemeente extra ordinaris Vergadert Zijnde, Communiceerde de Praesident L:Albada dat op Woensdag avond den 18 deeZer bij hem ontvangen Was, eene Missive van de Commissie, tot de Administratie der Financien, in het voormaalig Gewest Friesland, noopens de Zetting van het Roggenbrood; Gelijkheid. Vrijheid. Broederschap. de Commissie tot de Administratie der Financien in het voormaalig Gewest Friesland, Aan de Raad der Gemeente van HRL. Mede Burgers ! Wij hebben goedgevonden de Prijs van het Roggen Brood, Wegende Elf ponden, te bepalen op dertien Stuivers, de Meerdere en mindere ponden naar Advenant; en Waar Wij Ul. doo0r deeZen Kennis geven, tevens aanschrijvende, om Zonder Verwijl daar van de nodige Kennis te doen toekomen aan de Bakkers in Ul. Bedrijven, met last om Zich daarna te gedragen; Leeuwarden, den 17 dec 1799 Het Vijfde Jaar der Bataafschen Vrijheid; Waar van bij den ontvangst Copia Was gesonden, aan den Commissaris IJ.R. om Zulks aan de Bakkers te doen rondZeggen, en bekendmaaken. (GAH45); Sondag den 1 jul 1798. de Raad Extra ordrs Vergadert zijnde, wierde geleezen navolgende missive nopens de Zettinge van het Roggenbrood. Burgers ! Wij hebben goedgevonden ter voldoening aan de Publicatie van den 31 dec 1795, de prijs van het Roggenbrood Weegende elf pond, te bepaalen op 7 1/2 stuivers mindere of meerdere Swaarte na proportie gerekend, zonder dat die prijs zal moogen worden vermeerdert, maar wel vermindert. Wij verzoeken, en zoo veel noodig gelasten, U hier van de vereischte Advertentie in Uw Stad te doen, en Verblijven in die Verwagting. Leeuwarden den 29 jun 1798; Waar van de facto eene Copia is gezonden aan den Burger IJ:R., als geweezen officier van het voormalig geexisteerd hebbende Bakkersgilde, met Verzoek zulks aan de Bakkers alhier te willen doen Communiceeren. (GAH44); IJ.R. eigenaar van percelen nrs. 342 en 343te HRL, wethouder, woonplaats HRL, legger nr. 585, resp. pakhuis, en huis en erf, resp. 126 en 480 m2, klasse onbebouwd beide 1, belastbaar inkomen bebouwd resp. 56 en 150. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 35); IJ.R. eigenaar van percelen nrs. 360 en 361 te HRL, woonplaats HRL, legger nr. 585, resp. wagenhuis, en pakhuis, resp. 35 en 120 m2, klasse onbeouwd beide 1, belastbaar inkomen resp. 15 en 56. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 35); id. van perceel nr. 616 te HRL, wethouder, woonplaats HRL, legger nr. 585, huis en erf, 116 m2, klasse onbebouwd 1, belastbaar inkomen bebouwd 60. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 38); Maandag den 2 jul 1798. de Raad der Gemeente ordinaris vergadert zijnde, Wierde geleezen een Request, van den Burger IJ.R., zijnde van den navolgenden Inhoud; Aan de Raad der Gemeente te HRL; Geeft met eenen behoorlijken Eerbied te kennen IJ.R. mr. Bakker te HRL, laatste onderman zijnde van het gesubsisteert hebbend Bakkersgild, in die qlt:dat de Supplnt:voor eenigen tijd Comparitie gehouden heeft van de gezamentlijke Gildegenooten om te spreken hoedaanig in ''t vervolg zouden hebben te handelen, met de goederen bij hetzelve zijnde, waaromtrent zeer differente gevoelens geweest zijn, en ook van deeze en geene onaangenaame woorden Suppliant uitdrukkingen gebeezigt, zo dat den Suppliant niets meeder begeerde, om maar te mogen weeten aan wien hij de last dai hij nog kwam waar te neemen konde overdraagen, dan naderhand zeer vriendelijk met voormaalige Policijen er over gesproken, welken het best voorkwam, dat de Suppliant Provisioneel maar als bezitter van gem:goederen bleef, en de schikkingen of orders die er mogten voorvallen kwam te effectueeren. Waar meede de Supplnt:den Raad geen ondienst zoude doen, gelijk den Suppliant ten plaiziere van dezelve aangenoomen en te wagt heeft genoomen; Dan de Suppliant tot zijn innig Leedweezen moet betuigen, daar nu de kennisgeeving van de Prijs van ''t brood geweest is, en zulks heeft laaten doen, door de Boode van het gem:geweezen Gild dezelve zodanige ontmoedingen heeft gehad, de Suppliant bedreigingen gedaan, dat de Supplnt:zig door deezen ter Tafel van UWL moet vervoegen hoe gaarne ook de Administratie op UWL:Verzoek zoude te Wagt neemen dewijl eenen Rijnia Gonggrijp zig heeft uitgelaaten alles naderhand op de Suppliant te zullen verhaalen, de Suppliant alzoo in onaangenaamheeden konde worden ingewikkeld, daar de Supplnt:en UWL het met het beste oogmerk hadden overlegt; Weshalven de Suppliant zeer vriendelijk Verzoekt, van dien post te moogen werden ontslaagen, en te weeten aan wien de overgaave van alles moet geschieden, dewijl den Supplnt niet weet hoe met het geene nog bij het Gild is te zullen handelen, dan zo UWL hier over eenige hesitatie mogte hebben, of er naderhand ook eenige reclame zoude konnen geschieden, dat niet beschouwd wierd juist als een Eigendom der Presente geweest zijnde Leeden van gem: gesubsisteerd hebbend gild, ieder prose toe te behooren dat er door UWL zodanig ondersoek moge werden gedaan, hetzij bij het Intermediair Administratif Bestuur van dit voormalig Gewest Friesland, of anderzints zoo als UWL zouden Vermeenen te behooren, dewijl de Supplnt:zig niet anders in deezen kan adresseeren, als tot UWL, Welke als opzienders van hetzelve geweest zijn; Waar over gedelibeert zijnde, Wierde goedgevonden zig desweegens te adresseeren aan het Intermadiair Administratif Bestuur van dit voomalig Gewest met Verzoek van door hetzelve Bestuur te moogen werden ge?lucideert, hoe omtrent de Bezittingen der gilden in ''t algemeen en dat van de Bakkers in ''t bijzonder bij de Plaatzelijke Bestuuren zoude moeten werden gehandeld. (GAH44); Voorts wierde ingevolge het besluit van gisteren, aan het Intermediair Administratif Bestuur, van het voormaalig Gewest Friesland ingezonden navolgende missive; de Raad der Gemeente van de Stad HRL, Aan: Het Intermediair Administratif Bestuur van het voormalige Gewest Friesland; Burgers ! Wij hadden onlangs met den burger IJ.R. mr. Bakker alhier, als laatste onderman, van het binnen deeze plaats gesubsisteert hebbende Bakkers gilde bepaald, dat hij voor als nog de gelden en goederen aan gedagten gilde behoorende, Provisioneel onder zig zoude behouden, ter tijd en wijle omtrent de gildens in ''t algemeen eene finaale Schikking zoude zijn gemaakt. Dan daar dezelve in deeze bij ons, en hem met het beste oogmerk genoomen maatregelen, op eene zeer onbescheidene en Butale wijze word tegengegaan, heeft hij zig desweegens aan ons bij Requeste geaddresseert, Welk Request wij de vrijheid neemen hier neevens aan UWL in te zenden, met gedienstig versoek aan ons te willen elucideeren, hoe wij ten opzigte van de gesubsisteerd hebbende gildens binnen deeze plaats in ''t algemeen, en dat der Bakkers in ''t bijzonder zullen moeten handelen; Hier op spoedig met UWL antwoord te mogen werden vereerd, zal zeer aangenaam zijn, aan hen die na toebede van Heil, en aanbod van Broederschap verblijven. HRL den 3 jul 1798. (GAH44); Missive van den Commis van het Intermediari Administratif bestuur, van het voormalig Gewest Friesland, zijnde van den navolgende Inhoud; Gelijkheid. Vrijheid. Broederschap. Aan den Raad der gemeente van HRL. Burgers ! Tot Antwoord op Uwe Missive in dato 3 en 5 jul l. l. behelsende, verzoek om elucidatie hoe zig te gedraagen ten opzigte van de gesubsisteerd hebbende gilden in ''t algemeen, en die van de Bakkers in het bijzonder, dient dat, daar de Vergadering voor ontvangst van de laatstgemelde reeds op het eerste heeft beslooten, den Commis te gelasten te rescribeeren, dat Gijl: U:daarom trent zult behooren te adresseeren aan den Agent van Algemeene Politie in den Haag, Ik Uw ten dien einde het Request van IJ.R. mr. Bakker weder bij deezen re rug zende. Leeuwarden den 5 jul 1798 Het 4de Jaar der Bataafsche Vrijheid. (GAH44); Geëtraheerd uit het Bakkers Zetting Boek der Stad Leeuwarden. Op heeden den 5 jul 1798 Compareerden voor ons Policijmeesteren van het Bakkers Gilde, op den Raadhuize der Stad Leeuwarden, de Keurmeesteren van denzelven Gilde, en hebben wij Policijmeesteren de Zetting van het brood Conform de prijs van de middelzoort der Weit f. 71/4 Gulden, gedaan in manieren als volgt: Een grouwweiten Bolle f. 1 pond 11 Lood: f. 2:0:4, Duitsche Bolle 26 Lood: f. 2:0:4, Fijne Fransche bolle 28 Lood: f. 2:0:8, Rogelwegge op 22 Lood: . -2:0, Frans Brood op 20 Lood: . -2:0 . Alles buiten de Impositie van ''t Klein Gemaal. Leeuwarden den 5 jul 1798; Waar van aan den Burger IJ.R., een Copia is gesonden, met Verzoek zulks aan de backers te willen doen aanzeggen. (GAH44); Dingsdag den 24 jul 1798; de Raad der Gemeente extra ordinaris Vergadert zijnde, wierde geleezen eene Missive van den Agent bij het departement van Inwendige Politie en Toezicht op den Staat van Dijken, Wegen en Wateren der Bataafsche Republicq zijnde van den navolgende Inhoud; Gelijkheid. Vrijheid. Broederschap; de Agent bij het departement van Inwendige Politie en Toezicht op den Staat van Dijken, Wegen en Wateren der Bataafsche Republicq, Aan de Municipalitit van HRL In den Haag den 18 jul 1798 Het Vierde Jaar der Bataafsche Vrijheid. Mede Burgers ! Uit Uwe Missive van den 11 deezer gezien hebbende, dat gijlieden Verzoekt te worden geinformeerd hoe in het algemeen te handelen met de bezittingen der ge?xteerd hebbende gildens binnen Uwe Stad en in het bijzonder omtrent die van het Bakkersgilde. Zoo dien deeze om UL aan te schrijven, dat schoon bij het 53 Art:der algemeen beginzelen der Staatsregeling daadelijk bij derzelver aanneeming alle gilden Zijn vervallen Verklaart, echter ook bij dat zelfde art:niet alleen aan het Wetgeevende Lichaam is aanbevoolen, om te zorgen dat de goede orde in deezen worde Verzekerd, maar zelfs bij Publicatie van het uitvoerend Bewind van den 25 May L:L:is gestatueerd, dat Zoo lange door het Wetgevend Lichaam de te maaken Schikkingen niet zijn daargesteld, Speciaal ook uit hoofde van gem:Publicatie ten aanzien van het Bakkers gilde de tot hier toe plaats hebbende bepaalingen, moeten gerekend worden te blijven en op den tegenwoordigen voet, mitsdien mijns oordeel ten aanzien der Eigendommen en bezittingen van eenige gildens evenmin als omtrent de inrigtingen en zelve eenige bepaalde Schikkingen kunnen worden vastgesteld, -maar dat integendeel de Zaak behoord te worden gelaten in Statu tot dat door het Wetgevend Lichaam desweegens nadere bepalingen en arrangementen Zullen zijn gemaakt. Waar mede blijve, Heil en Broederschap; Waar over gedelibereerd zijnde, is goedgevonden van gedagte missive aan den Burger IJ.R. kennisse te geeven. (GAH44); Dingsdag den 16 okt 1798, middags drie Uur; de Burgers Pieter Coulbout en Paulus Wellinga, Cum Secretario gesterkt, ingevolde de Commissie op hun gedecerneerd, op het Huis der Gemeente, bijeen gekoomen zijnde, zijn na voorafgegaane aanzegging, uit de respective Gildens en Corporatien binnen deeze plaats de navolgende bewindvoerende Persoonen derzelve voor gedagte Commissarien gecompareerd, als uit het gilde der Silversmeeden: Tamme de Wit, Ouderman; IJsersmeeden: Rein Faber, Ouderman, Jan Gerrijts en Pieter Rinzes, vinders; Chirurgijns: Andries Cup, assessor; Huistimmerlieden: Pieter Minnes, Ouderman, Jan Heeres en Sijmon Haantjes, vinders; Scheepstimmerlieden: Hartman Sijbrens, Ouderman, Claas Doedes en Harmen Mulder, vinders; Metzelaars: Johannes van Beemen, ouderman, Jelle Jurjens en Johannes Leyenaar, vinders; Backers: IJ.R. en Roelof van Dijk, beide Ouderlieden; Schoenmaakers: Gosling Piekinga, ouderman, Hoijte Feites, vinder; Kleermaakers: Pieter Willems, Ouderman, H. Wiglinghuizen en J. v. d. Vleugel, vinders; Vleeschhouwers: Meinte Jaager, vinder; Schuitschippers: Baarend Visser, Ouderman, Rinze Sijbrens en Tijs Stoef, vinders; Groot of Wijdschippers: Sijbout Hoornstra, ouderman, Michiel Jacobs, Jan Porten en Leendert Buisman, officiers. deeze laatste bewindvoerende Persoonen, zijn ontbooden ontbooden te werden, in zoo verre hunne Societeit of Corporatie, als een gild zoude kunnen werden geconsidereerd. Huis en Hoff Roma beschouwd als een Corporatie: Hier van zijn de Bewindhebberen niet gecompareerd maar hebben in Steede van dien aan den Commissie uit den Raad navolgende Lijst en declaratie ingezonden; de naamen van Bewindhebberen van het Huis en Hoff Roma binnen de Stad HRL zijn als volgt: Julius Mathijs van Beyma thoe Kingma, Jacob Roorda, Michiel van Wetzens, Jelle Wildschut, benevens Pieter Hanekuik als Penningmeester, die van oordeel zijn in deezen dat zij geenzints met de gilden kunnen worden egaal gesteld, maar dat zij in der daad de directie en Administratie hebben van eene bijzondere Societeit, welke geenzints kan worden beklemd onder de beheering van eenig publicq Bestuur veel min dat dezelve in dien zin, als de gilden, of andere Corporatien, of publicq gezag geadmitteerd of waargesteld, aan het zelve zoude weezen gesubmitteerd; Aan welke gecompareerde bewindvoerende Persoonen na dat hen eerst de Publicatievan den 5 okt L:L:in zo verre dezelve tot hun relatie had voor den Secretaris was voorgeleezen, en ge?xpliceerd, door de Commissie uit den Raad is aangezegd, dat den Raad derzelver Gildens Corporatien etc. bij deeze kwaame te ontbinden, en na deeze gedaane declaratie voor ontbonden hield, en dat zij als bewindvoerende Persoonen derzelve, )behoudens egter hunne Verantwoordelijkheid omtrent derzelver gehouden directie en Administratie), in die qualiteit, niet meer zouden werden erkend maar ten Spoedigsten door den Raad, daartoe te benoemene Provisioneele Commissarien zouden werden Vervangen. (GAH44); Donderdag den 18 okt 1798 ''s nademiddags; de Commissie ter ontbindinge der Gilden etc uit den Raad op het huis der Gemeente bij een gekoomen zijnde, zijn na vooraf daar toe versogt te weezen voor dezelve gecompareerd, de navolgende overlieden der ontbonden gilden, namentlijk Wegens het Gild van de: Zilversmeeden Tamme de Wit, IJsersmeeden Rein Faber, Chirurgijns Sikke Popta, Huistimmerlieden Pieter Minnes, Scheepstimmerlieden Hartman Sijbrens, Metzelaars Johannes van Beemen, Bakkers IJ.R., Schoenmakers Gosling Piekenga, Kleermakers Pieter Willems, Vleeschhouwers Meinte Jaager, Schuitschippers Barend Visser, Groot of Wijdschippers Sijbout Hoornstra met deszelfs Adjunct Michiel Jacobs, en is door welgedagte Commissie aan de Comparanten gecommuniceerd dat zijlieden, door den Raadder Gemeente waaren genomineerd respective tot Provisioneele Commissarien, over de ontbonden gilden, en daar toe bij deezen wierden aangesteld, en geauthoriseerd het welk bij hen allen wierd geaccepteert. (GAH44); IJ.R. eigenaar van perceel nr. 1251 te HRL, wethouder, woonplaats HRL, legger nr. 585, huis en erf, 30 m2, klasse onbebouwd 1, belastbaar inkomen bebouwd 27. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 47); id. van percelen nrs. 587-590 te Sexbierum Sectie A, koopman, woonplaats HRL, legger nr. 277, resp. weiland, huis, pelmolen, weiland, resp. 12550, 170, 240 en 7270 m2, klasse onbebouwd: 2, 1, 1, en 1, belastbaar inkomen bebouwd resp: nihil, 36, 300, en nihil. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 110); id. van perceel nr. 647 te Sexbierum Sectie A, koopman, woonplaats HRL, legger nr. 277, bouwland, 108070 m2, klasse onbebouwd 3, belastbaar inkomen bebouwd: nihil. (bron: Kad. Atlas Barradeel en HRL. 1832, bl. 111)