Harlingen, onder de loupe (8)

Uit: Harlinger Courant, 2 juni 1961

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



door: S. Wielinga

     We hebben met Noordwal, Noordergracht en twee poorten, met relicten als Oostwal en gracht (Noordijs) en verdedigbare pijpbrug bij het Redaktiekantoor1, met een relict Zuidwal en poort einde Kerkstraat en met de genoemde grachten in Schritsen en Heiligeweg reeds voldoende aangetoond dat de kaart van J. van Deventer Harlingen als eerste vesting weergeeft.

     Geldt dit echter ook voor de Westkant? Het antwoord moet natuurlijk luiden: ook daar! Maar dit klopt niet met de telkens herhaalde opmerking, dat men er hier de Groningers voor liet zorgen, die het Blockhuis zouden hebben gebouwd. Daardoor rijst de vraag: is dat wel zo? Of hebben ze het versterkt en na hen de Saksers?

     Ik wees reeds op het grote verschil tussen de Franeker geschiedenis en de weergave van de zaak door de Dongjumer kenner van de oudheid. Deze laatste verhaalt dat de Franeker Schieringse edelen pas een paar jaar later bij verrassing (een poort was slecht bewaakt) hun benden Harlingen lieten binnenvallen, zij vielen het Blockhuis aan en, na 14 doden te hebben achtergelaten, en 2 huizen uit wraak in brand gestoken te hebben, trokken zij terug. Dit verhaal komt mij, om verschillende redenen, als meer juist voor. Vele schrijvers van later datum vermelden een verovering van Harlingen door de Franekers. De eenvoudige vraag kan gesteld worden: waarom bleven de Franeker benden er dan niet en lieten ze de veroverde stad in de steek?

     Men leest nergens, dat de Harlingers zich tegen de Groningers verzetten. Men liet ze toe. Waar? M.i. is de geschiedenis later zeer vervalst, omdat men verzuimde deze direkt te boek te stellen.

     Aangezien de Harlingers overal voor hun vrijheid zorgden, is het dan aan te nemen, dat ze ten onrechte van het westen Roosje lieten zorgen?

     Vóór de zeedijk, als Westwal, groeven ze een gracht vanaf wat nu ongeveer de Havenbrug is tot even voorbij de Schritsengracht. (De Ossemarkt is een later gedempt gedeelte: zie de kaart van J. van Deventer). Maar anderzijds van de westelijke gracht lag 't veld open (?) voor aanvallen? Het wil er bij mij niet in, dat de Harlingers hier zo zorgeloos waren. Dit doet mij vermoden, dat niet de Groningers het Blockhuis hebben gebouwd, maar er op zijn toegelaten en het hebben versterkt. De Harlingers wisten té goed, hoe men een vesting maakte. Uit de geschiedenis blijkt, dat de Franekers niet in hetzelfde jaar (1496) als de Groningers Harlingen aanvielen. Deze laatsten kwamen blijkbaar met een grote macht, omdat ze tot Harlingen dóór konden dringen, zonder te worden aangevallen.


Het was een wonderlijke tijd
     Terwijl men in Harlingen druk bezig was van de plaats, in verband met de oorlog tegen Spanje (1568-1648), een der beroemdste vestingen van Nederland te maken (zie de prachtige stervorm, de dwingers en uitzonderlijk fraaie poorten), was men in Franeker, dat ook bloedig streed tegen de Spanjaarden, druk bezig het prachtige stadhuis te bouwen. Welk een zelfvertrouwen!

     Wat nog het meest bevreemdt is, dat men in deze tijd toelaat een schildering aan te brengen in een van de zalen van het Franeker stadhuis, voorstellende: 'De verovering van Harlingen door de Franekers'. Men was op dit feit (?), een 100 jaar tevoren gepleegd, klaarblijkelijk nog trots ook, terwijl men ten opzichte van Spanje eerder een grote samenwerking tussen de steden Harlingen en Franeker zou verwachten. Het z.g. 'staddisme' vierde wel hoogtij in die wonderlijke jaren.


1 Ten tijde van het schrijven bevond het 'Redaktiekantoor' zich op Voorstraat 84

(wordt vervolgd)